Katarina Ochodnicka

198 | Appendix inderdaad zo strikt, of kan het incidenteel voorkomen dat RAG1/2 DNA-breuken in genen introduceert die met Ig herschikking niets te maken hebben, zogeheten “off-targets”? Indien dit het geval is, wat als deze breuken ook nog met fouten hersteld worden? Wat zijn de consequenties van deze gebeurtenissen voor het ontstaan van genetische fouten die ten grondslag kunnen liggen aan de vorming van kanker? Bijvoorbeeld een oncogen dat door incorrect herstelde DNA-breuk niet meer “uitgezet” kan worden en de cellen aanzet om voortdurend te delen. Acute lymfoblastische leukemie (ALL) is een type bloedkanker dat gekenmerkt wordt door een snelle uitbreiding van kwaadaardige B-cel en T-celvoorlopers. Genomische instabiliteit, inclusief chromosomale translocaties zoals ETV6-RUNX1, BCR-ABL1 en E2A-PBX1, is een kenmerk van ALL. Sporen van RAG1/2-activiteit, of aanwezigheid van sequenties die lijken op RSS en dus herkent en gekliefd zouden kunnen worden door RAG1/2, zijn gevonden in de nabijheid van genomische laesies in B-cel tumoren in patiënten (zoals ALL) en in muismodellen voor deze ziekten. Dit suggereert een afwijkende doelgerichtheid en/of activiteit van RAG1/2 tijdens de ontwikkeling van lymfoïde maligniteiten. Echter, het precieze mechanisme van de kwaadaardige ontsporing van voorloper B-cellen in het ontstaan van ALL, en de rol van het RAG1/2 complex hierbij zijn vooralsnog niet bekend. Het onderzoek in dit proefschrift richt zich op het detecteren en karakteriseren van de “off-target” activiteit van RAG1/2 en de potentiële consequenties hiervan op de genomische integriteit van voorloper B-cellen. Ook hebben we de regulatie van het RAG1/2 complex nauwkeurig bestudeert en meerdere nieuwe regulatiemechanismen ontdekt. In Hoofdstuk 2 hebben we het proces van B-cel ontwikkeling en V(D)J genherschikking, uitgebreid beschreven. Hierbij hebben we vooral veel aandacht besteedt aan de rol van DNA-schade en DNA-schade signalering. We bespreken de moleculaire mechanismen die hierbij een rol spelen, en hoe de balans tussen DNA-schade en DNA-reparatie in evenwicht worden gehouden, en wat de mogelijke gevolgen zijn van het verstoren van deze balans. We hebben aanwijzingen uit andere studies samengevat die laten zien dat een belangrijk deel van de genetische fouten in patiënten met B-cel acute lymfoblastische leukemie (B-ALL) kenmerken dragen van een ontregelde RAG1/2 activiteit, en dat deze mogelijk ontstaan zijn als gevolg van verstoorde RAG1/2 regulatie. Als eerste hebben we onderzocht of de activiteit van het RAG1/2 complex in voorloper B-cellen zich beperkt tot de Ig genen, of dat het daarnaast ook DNA-breuken kan veroorzaken in de rest van het genoom. Eerdere studies die uitgevoerd zijn door andere onderzoekers lieten zien dat het RAG1/2 complex zich aan het DNA kan binden op andere plekken dan de Ig genen. Echter, uit die studies kon niet worden geconcludeerd of deze binding ook resulteert in de vorming van RAG1/2-afhankelijke DNA-breuken. In Hoofdstuk 3 laten we zien dat RAG1/2 niet alleen dubbelstrengs DNA-breuken kan veroorzaken op de Ig genen, maar ook op duizenden andere plekken in het genoom. In een voorloper B-cellijn uit de muis hebben we ongeveer 1500 plekken geïdentificeerd waar RAG1/2 een

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw