Peter van Olst

337 Summary (Nederlands) NL Hoe kunnen aanstaande christelijke leraren worden voorbereid om hun taken richting leerlingen te vervullen in een maatschappij die niet langer christelijk kan worden genoemd? Deze vraag verwijst naar de snelle culturele veranderingen in met name West-Europa en Noord-Amerika. Sinds de Tweede Wereldoorlog hebben processen van secularisatie en globalisering daar gezorgd voor het verdwijnen van een situatie van relatieve sociaal-culturele homogeniteit. In plaats daarvan kwam een hoge mate van etnische, culturele en religieuze diversiteit op. Om de nieuw ontstane situatie van de eenentwintigste eeuw aan te duiden, spreken wetenschappers van superdiversiteit en supercomplexiteit; en om de snelle veranderingsprocessen die daaronder liggen te typeren, gebruiken zij begrippen als Grote Acceleratie en Grote Transformatie. Deze ontwikkelingen stellen christelijke geloofsgemeenschappen voor de vraag hoe zij hun verbinding met de bredere samenleving gestalte kunnen geven in deze veranderde en steeds verder veranderende werkelijkheid. Dit geldt in het bijzonder voor de geloofsgemeenschappen die betrokken zijn bij het opleiden van christelijke leraren. Leraren worden immers geacht om leerlingen toe te rusten om hun plek in de samenleving in te nemen. Hoe doe je dat vanuit christelijk perspectief als die samenleving ingrijpend is veranderd van relatief homogeenchristelijk naar superdivers en complex? Deze vraag komt bovenop de legitieme vragen die overheden stellen aan scholen, bijvoorbeeld om actief burgerschap te bevorderen en bij te dragen aan sociale cohesie; of om wereldburgerschap te bevorderen en aandacht te besteden aan de Duurzaamheidsdoelen van de Verenigde Naties (SDG’s geformuleerd door de UNESCO). De inleiding op dit proefschrift bevat een verkenning van de veranderde sociaal-culturele werkelijkheid en de processen die daaronder liggen. Onder verwijzing naar auteurs als Biesta en Arendt wordt aandacht gevraagd voor de brede klassieke functie van de scholen als doorgangshuizen gepositioneerd tussen de relatieve homogeniteit van het thuissfeer en de grote diversiteit van de maatschappij. Superdiversiteit en supercomplexiteit leiden ertoe dat scholen steeds voor nieuwe vragen en taken komen te staan. In het veld rond (christelijke) scholen zijn sociale cohesie en samenwerking de afgelopen decennia afgebrokkeld. Data van planbureaus wijzen uit dat gezinnen en kerken minder krachtig zijn dan voorheen en dat de samenleving als geheel minder sociale cohesie vertoont. De nieuw ontstane situatie is aan te duiden als gefragmenteerd, een term van de Schotse filosoof MacIntyre. Deze typering wordt in dit proefschrift verkozen boven aanduidingen als geseculariseerd of post-christelijk, die vanuit christelijk perspectief een negatieve connotatie hebben, of pluralistisch of intercultureel, die de ontstane situatie wel beschrijven maar niet problematiseren.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw