339 Summary (Nederlands) NL meetbare prestaties en met name cognitieve ontwikkeling en de ontwikkeling van vaardigheden. Fragmentatie vraagt om een sterker accent op subjectificatie. Dit begrip van Biesta lijkt op het eerste gezicht typisch modern, maar leidt juist tot brede vorming van leerlingen die is gericht op het vrijwillig aangaan van verbindingen met anderen. Elementen uit de christelijke theologie die hierbij aansluiten, zijn de nadruk op de vorming van de hele persoon als relationeel wezen (op het microniveau), het paulinische hemelburgerschap als stimulerend voor het aangaan van diverse burgerschapsverantwoordelijkheden op aarde (meso-niveau) en een relationele epistemologie in plaats van een typisch moderne kenleer (macroniveau). Hoofdstuk 2 biedt een beschrijving van een internationale beweging voor Whole Child Development (WCD), gericht op het tegengaan van reductie in het onderwijs door het hele kind (cognitief, fysiek, emotioneel, sociaal, creatief, moreel en spiritueel), en daarmee ook de pedagogische relatie met en de pedagogische opdracht van de leraar centraal te stellen. Deze beweging, die sinds 2005 opkwam als reactie op het sterke maakbaarheidsaccent in de Amerikaanse onderwijswetgeving, verenigde trekken van holisme (met aandacht voor het geestelijke en ecologische) en het wholisme (met aandacht voor het sociale en het emotionele). Waar WCD uiteindelijk leidt tot een sterk accent op brede vorming en verbondenheid (met zichzelf, de ander en de wereld), mist het vanuit christelijk perspectief de expliciete verbondenheid met God, de doelgerichtheid (telos) die deze geeft aan brede vorming vanuit christelijk perspectief en goede aandacht voor het hart als de transcendente worteleenheid van de mens, waar denken, doen en voelen samenkomen. Hoofdstuk 3 laat zien hoe hedendaagse pleitbezorgers voor het hele-mensperspectief (resp. J.K.A. Smith, Hábl en Troost) zich baseren op het werk van de christelijke denkers Augustinus, Comenius en Dooyeweerd. Een synthese van het hele-mensperspectief van deze drie laat zien hoe zij een onmiddellijk verband leggen tussen het innerlijk en de verbondenheid van mensen aan elkaar en, uiteindelijk aan God en de voorgegeven morele orde die Zijn schepping kenmerkt. Deze notie geeft richting aan de brede vormingsbenadering vanuit christelijk perspectief en leidt in hoofdstuk 3 tot de bestudering van het oudtestamentische begrip shalom, dat staat voor heelheid en voor vrede op grond van rechtvaardigheid. Het shalom-begrip is door de Amerikaanse filosoof Wolterstorff toegepast op het onderwijs en op vorming voor burgerschap in de pluriforme samenleving. Conclusie van hoofdstuk 3 is dat deze benadering, juist vanuit het bovenstaande, passend is bij de vraag van sociale en persoonlijke fragmentatie, alsmede bij de eerder geconstateerde noodzaak van een combinatie van brede vorming en subjectificatie.
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw