Peter van Olst

341 Summary (Nederlands) NL theologie zoals verwoord in bovengenoemde theoretische hoofdstukken, zijn: subjectiverend onderwijs (hoofdstuk 6), relationale epistemologie (hoofdstuk 7) en een basale houding van dienstbaarheid (hoofdstuk 8). Deze drie onderwerpen vormen samen de kern van de praktijk-theorie waartoe dit proefschrift in de conclusie (hoofdstuk 10) leidt. Ze vragen om een geïntegreerd vormingsproces gericht op respectievelijk de handen, het hoofd en het hart van de christelijke leraar, die zich realiseert te mogen bijdragen aan verbondenheid van zijn of haar leerlingen met zichzelf, elkaar en de wereld. Voordat de conclusie wordt getrokken, zijn eerst de lijnen vanuit de empirische hoofdstukken 6, 7 en 8 samengebracht in een nieuw ontstaan theologisch inzicht (theology of disclosure). Dit inzicht is besproken met en wordt gedeeld door alle leden van de bovengenoemde onderzoeksgroep. Leidend is de shalom-gedachte die duidelijk maakt dat leraren niet met hun rug naar de samenleving mogen komen te staan, maar gevormd moeten zijn tot personen die tegelijk beginselvast en open naar anderen zijn. De gefragmentariseerde samenleving heeft behoefte aan christelijke leraren die weten waarvoor ze staan, maar ook beseffen dat het omgaan met verschillen en het voortdurend in contact blijven en samenwerken met andersdenkenden wezenlijk behoort bij hun Bijbelse opdracht. Vanuit die opdracht leren zij ruimte te hebben voor de ander, kinderen in hun eigenheid echt te zien en sociale rechtvaardigheid na te streven, zowel in het klaslokaal als in de grote samenleving. Een belangrijk instrument om dat te oefenen, is het doelbewust opdoen van ervaringen buiten de eigen sociale comfort-zone tijdens de lerarenopleiding en daarna. Vanuit de hoofdstukken 6, 7 en 8 komen praktische voorstellen naar voren die de onderzoeksgroep heeft besproken, (soms) concreet uitgetest en voorgesteld om een plek te geven in het lopende proces van curriculumvernieuwing bij Driestar hogeschool (de PABO). In hoofdstuk 10 worden concreet genoemd: het ruimte maken voor op idealen gebaseerde persoonsvorming, het werken met kleine, activerende leergemeenschappen, het bevorderen van het beoefenen en articuleren van de eigen geloofsovertuiging in zogeheten Chapel-activiteiten (bijvoorbeeld dagopeningen), het aangaan van stageervaringen buiten de eigen comfortzone (bijvoorbeeld aan multi-etnische basisscholen), het aanleren van een dienstbare houding richting de bredere samenleving door middel van een burgerschapsstage en het nauw verbinden van internationaliseringsactiviteiten met de eigen persoonsvorming en de reflectie op de eigen diversiteitscompetenties. Al deze elementen dragen direct bij aan brede vorming, tegelijkertijd gericht op hoofd, hart en handen, verbonden aan het ideaal van op shalom gericht burgerschap als de kunst van het samenleven te midden van diepgaande etnische, culturele en religieuze verschillen.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw