Ramzi Khalil

Appendices 138 Nederlandse Samenvatting Proteïnurie en chronische nierinsufficiëntie Proteïnurie, het uitplassen van eiwit in de urine, is een onafhankelijke risicofactor van toename van schade aan de nier, ontwikkelen van cardiovasculaire ziekten en sterfte. In normale, fysiologische omstandigheden hebben mensen geen aanhoudende proteïnurie. Er komt pas eiwit in de urine wanneer deze door de filtereenheid van de nier, de glomerulus, gaat en vervolgens niet wordt opgenomen in de tubulus van de nier. Als een van deze onderdelen beschadigd raakt, kan dat leiden tot proteïnurie. De glomerulaire filtratiebarrière In afbeelding 1 wordt een schematisch overzicht getoond van de anatomie van de nier in verschillende niveaus van detail. In de afbeelding links boven is de locatie van de nieren zichtbaar, samen met een dwarsdoorsnede van een nier. Een menselijke nier bevat ongeveer een miljoen functionele eenheden die nefronen worden genoemd. Onder de dwarsdoorsnede van een nier staat een schematische voorstelling van twee nefronen. Elk nefron bestaat uit een capillaire vaatkluwen, of glomerulus, waar de filtratie plaats vindt. Deeltjes die groot zijn of een negatieve lading hebben, passeren minder gemakkelijk dan kleinere deeltjes of deeltjes die positief geladen zijn. De glomerulus wordt begrensd door de glomerulaire filtratiebarrière (GFB), wat de grens vormt tussen het bloed en de pre urine. Rechtsboven is een detail van een glomerulus te zien. In de afbeeldingen daaronder zijn een doorsnede van een capillair en een detail van de GFB weergeven. Elk vaatkluwen wordt overdekt door gespecialiseerde cellen die de vaatjes bedekken met uitlopers die ook ‘voetuitlopers’ worden genoemd. Daarom heten deze cellen ook wel podocyten, van het Griekse ποδος (voet) en κύτος (container, cel). Tussen deze podocyten en de cellen die het capillair vormen, de glomerulaire endotheelcellen, zit een gel-achtige laag die door beide cellen wordt gemaakt. Dat is de glomerulaire basaalmembraan (GBM). De endotheelcellen van het capillair zijn gespecialiseerde cellen. Ze worden bedekt door een laag met suikerketens (de glycocalyx) en zijn gefenestreerd. In het onderste detail zijn de verschillende lagen zichtbaar die samen de glomerulaire filtratiebarrière (GFB) vormen. In het onderste detail van afbeelding 1 zijn de aparte lagen van de GFB schematisch weergeven. Van onder naar boven (of van bloed naar pre urine) zijn dit de glomerulaire endotheliale glycocalyx (paars), gefenestreerde endotheelcellen (rood), glomerulaire basaalmembraan (grijs) en de viscerale epitheelceelcellen – of podocyten – inclusief de voetuitlopers hiervan (geel/groen).

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw