Jan WIllem Grijpma

164 Appendices hun standpunten. De factoranalyse op persoonsniveau resulteerde in de identificatie van vier studentprofielen, die elk het perspectief van een groep studenten vertegenwoordigden. We karakteriseerden de profielen als volgt: 1) verdiepingsgerichte studenten, 2) toetsgerichte studenten, 3) groepsgerichte studenten, en 4) praktijkgerichte studenten. Elk profiel onderscheidde zich door verschillende studiemotieven en voorkeuren voor het leerproces, en was gerelateerd aan verschillende epistemische overtuigingen en leerbenaderingen. Dit onderzoek toonde de verschillen tussen studenten in hun waardering voor activerend onderwijs. Ze zagen verschillende rollen en verantwoordelijkheden voor zichzelf, hun studiegroepen en hun docenten, en hadden andere verwachtingen van hun opleiding. Studenten rapporteerden een verhoogde betrokkenheid wanneer hun onderwijservaringen overeenkwamen met hun specifieke profiel. De vier profielen bieden inzicht in de uitdaging om alle studenten in een klas te betrekken: ze hebben verschillende en soms tegenstrijdige behoeftes. De vier profielen kunnen docenten helpen om geïnformeerde beslissingen te nemen bij het ontwerpen en doceren van activerend onderwijs. Hoofdstuk 3 In hoofdstuk 3 beschrijven we een Q-methodologische vervolgstudie die drie jaar na de oorspronkelijke studie (hoofdstuk 2) werd uitgevoerd. Het doel was om te onderzoeken óf, hoe, en waarom de waardering van studenten voor activerend onderwijs veranderde gedurende de bachelorfase van de opleiding. De studieprocedure werd herhaald met twintig studenten uit de oorspronkelijke steekproef, waarvan zeven deelnamen aan een extra interview om te reflecteren op eventuele veranderingen in hun waardering van activerend onderwijs in kleine groepen sinds de start van hun studie. We identificeerden twee nieuwe profielen, die we karakteriseerden als volgt: 1) succesgerichte studenten en 2) ontwikkelingsgerichte studenten. Vanwege de hoge correlatie tussen de factoren van de oorspronkelijke en deze vervolgstudie, werd geconcludeerd dat de waardering van activerend onderwijs relatief stabiel bleef over de tijd, hoewel enkele fundamentele aspecten gerelateerd aan de epistemische overtuigingen en leerbenaderingen zich ontwikkelden, resulterend in de identificatie van de twee nieuwe profielen. Uit de interviews bleek dat meerdere factoren bijdroegen aan de veranderingen. Deze factoren omvatten persoonlijke groei, interpersoonlijke aspecten van het onderwijs, invloed van docenten, en kenmerken van de opleiding. De studie toont aan dat naarmate studenten verder komen in hun studie, hun behoeftes met betrekking tot activerend onderwijs veranderen, wat een aangepaste onderwijsaanpak vereist om continue studentbetrokkenheid te waarborgen. Op basis van de bevindingen van deze studie adviseren we om studentbetrokkenheid te monitoren en regelmatig te vragen aan studenten wat hun betrokkenheid kan stimuleren. Daarnaast adviseren we een aanpak op opleidingsniveau, omdat veranderingen zich voordoen over een langere periode. Hoofdstuk 4 In hoofdstuk 4 presenteren we een stimulated recall studie die is uitgevoerd onder vijftien tweedejaars geneeskundestudenten. Het doel van de studie was om het proces van

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw