Jan WIllem Grijpma

166 Appendices Hoofdstuk 6 In hoofdstuk 6 besteden we aandacht aan het docentprofessionaliseringsperspectief. We rapporteren over een ontwerponderzoek, uitgevoerd onder 34 beginnende docenten geneeskunde. Deze studie richtte zich op het trainen van docenten om cursussen te kunnen geven die gebruik maken van kleinschalig activerend onderwijs. Het doel was om een training te ontwerpen, implementeren, en te evalueren specifiek gericht op het stimuleren van transfer, waardoor docenten de competenties die ze verworven in de trainingscontext gingen toepassen in hun eigen onderwijspraktijk. Voor het ontwerp van de training maakten we gebruik van bevindingen uit de eerdere studies. Er zijn twee iteraties van de training uitgevoerd, waarbij de data werd verzameld door middel van observaties, vragenlijsten, en interviews. We analyseerden de data met een combinatie van inductieve en deductieve analysemethoden. In de training werden principes van zelfgestuurd leren, werkplekleren, en cursorisch onderwijs geïntegreerd. We ontdekten dat deze aanpak transfer op drie manieren stimuleerde. Ten eerste zorgde autonomie bij het stellen van persoonlijke leerdoelen en leeraanpakken voor een verhoogde motivatie tot transfer. Ten tweede moedigde de ondersteuning van collega’s, supervisoren, en studenten aan om nieuwe doceerstrategieën uit te proberen. Ten derde zorgde het combineren van werkplekleren met het cursorisch onderwijs voor een continue leercyclus van ervaren, reflecteren, begrijpen, en toepassen. We concludeerden dat het ontwerp haalbaar, effectief, en responsief was voor de behoeftes van participanten, en dat het de transfer van competenties voor activerend onderwijs naar de onderwijspraktijk stimuleerde. Docentprofessionalisering kan gebruik maken van de aanpak die wij hanteerden, aangezien het doceren van kleinschalig activerend onderwijs uitdagend kan zijn, vooral voor beginnende docenten. Hoofdstuk 7 Het laatste hoofdstuk van dit proefschrift is de algemene discussie. Hierin vatten we de bevindingen van de studies naar het student-, docent-, en docentprofessionaliseringsperspectief op activerend onderwijs samen. Deze bevindingen worden vervolgens samengevoegd tot een geïntegreerd perspectief dat het belang van de interactie tussen studenten en docenten benadrukt bij het optimaliseren van studentbetrokkenheid bij activerend onderwijs. Het beschrijft ook hoe docentprofessionalisering ondersteuning hierbij kan bieden. Dit geïntegreerde perspectief geeft een antwoord op de centrale onderzoeksvraag van dit proefschrift en biedt richtlijnen voor de drie uitdagingen die in de algemene inleiding zijn geïdentificeerd. We geven praktische adviezen voor de drie perspectieven die we hebben bestudeerd: studenten, docenten, en docentprofessionalisering. Daarna reflecteren we op de sterke punten en beperkingen van onze methodologische aanpak. Een belangrijk sterk punt van dit proefschrift is de variatie aan gebruikte methodologieën, waardoor we veel verschillende aspecten konden belichten en een rijk beeld kregen van studentbetrokkenheid in activerend onderwijs. De voornaamste beperkingen betreffen de reikwijdte, overdraagbaarheid van bevindingen, en mogelijke bias in de studies. Het hoofdstuk eindigt met suggesties voor toekomstig onderzoek, die hopelijk anderen zullen

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw