360 Chapter 16 besluitvormingsproces met betrekking tot het maken van een anastomose. Op basis van de LSCI-beelden, besloten alle chirurgen geen anastomose te creëren. Een aanvullende enquête benadrukte de tevredenheid van de chirurgen met LSCI als een perfusiebeeldvormer. Vervolgens, had hoofdstuk 8 tot doel LSCI beter te kwantificeren in relatie tot darmperfusie beoordeling. Om dit te realiseren, onderzochten we of we een afkapwaarde voor laser speckle perfusion units (LSPU’s) konden berekenen die een goed geperfundeerde darm weerspiegelde. Dit met als doel de chirurgen te voorzien van kwantitatieve gegevens voor klinische besluitvorming. Vier varkens werden in deze studie gebruikt. Een chirurg met LSCI ervaring, identificeerde ischemische en goed geperfundeerde gebieden, evenals overgangsgebieden, op basis van de kleurenkaart die door LSCI werd verstrekt. Als gouden standaard werden lokale capillaire en systemische lactaatniveaus gemeten om deze aan de LSPU’s te correleren. We zagen dat de gemiddelde LSPU’s significant afnamen in ischemische gebieden en overgangsgebieden, terwijl er geen significante verandering werd waargenomen in goed geperfundeerde gebieden gedurende een periode van twee uur. Veranderingen in LSPU’s correleerden met veranderingen in lactaatniveaus in zowel ischemisch als goed geperfundeerd weefsel. We vonden een logaritmische curve correlatie R²-waarde van 0.56 voor de correlatie tussen LSPU’s en lokale capillaire lactaatniveaus. De afkapwaarde voor LSPU’s werd bepaald op 69 AU met een sensitiviteit van 0.94 en specificiteit van 0.87 (Youden index 0.81), wat goed geperfundeerd weefsel aangeeft. Vervolgens werd een afkapwaarde van 3.8 mmol/L voor lactaat effectief aangegeven voor goed geperfundeerd weefsel, met een sensitiviteit van 0,97 en specificiteit van 1.00 (Youden index 0.97). Een post-hoc analyse naar de mate van overeenstemming tussen verschillende beoordelaars werd uitgevoerd om de opererende chirurg te vergelijken met een groep zonder en met LSCI ervaring. Een Kappa van 0.66 weerspiegelde de vergelijking tussen experts en de opererende chirurg, en een Kappa van 0.56 die tussen artsen zonder ervaring met LSCI en de chirurg. De vergelijking tussen de gehele observatorgroep en de chirurg toonde een Kappa van 0.52 (95% 0.44-0.61). Over het algemeen suggereerde deze studie dat LSCI veelbelovend is als een concurrent voor de huidige perfusie-visualisatietechnieken, maar verder onderzoek naar de realtime kwantificering van LSPU’s en klinische toepasbaarheid is noodzakelijk. NAADLEKKAGES VANUIT HET PATIËNTPERSPECTIEF Hoewel 2-12% van de patiënten met een naadlekkage binnen 90 dagen na de initiële operatie kan overlijden, overleeft de meerderheid van de patiënten deze complicatie. Naadlekkage heeft een aanzienlijke invloed op het postoperatieve herstel, wat leidt tot ernstige morbiditeit en nieuwe interventies noodzakelijk maken. Daarom achtten we het belangrijk om de impact van deze complicatie zo goed mogelijk te begrijpen om de uitkomsten te verbeteren. Tot op heden was er tegenstrijdig bewijs beschikbaar over de impact op kwaliteit van leven na colorectale naadlekkage. Aangezien patiënten volledig geïnformeerd moeten zijn, niet alleen over de
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw