135 General Introduction and outline of this thesis is implantaatverlies de ernstigste complicatie, wat voorkwam in 11.8% in dit cohort. De risicofactoren voor implantaatverlies waren obesitas, een cupmaat groter dan C, roken, een tepelsparende behandeling, reconstructie met een directe prothese en een kleiner jaarlijks volume van operaties door de chirurg. In deze studie werd een risicomodel gemaakt voor implantaatverlies gebaseerd op vier van deze risicofactoren (obesitas, roken, tepelsparende behandeling, reconstructie met directe prothese). Het model toonde een voorspeld risico op implantaatverlies van 8.4-13% in patiënten met één risicofactor, 21.9-32.5% bij patiënten met twee risicofactoren, 47.5-59.3% wanneer er drie risicofactoren waren en meer dan 78.2% bij patiënten met vier risicofactoren. Het doel van de studie in hoofdstuk 6 was het valideren van het multicenter risicomodel voor implantaatverlies uit het vorige hoofdstuk. Het validatiecohort in deze studie bestond uit 3769 patiënten die een borstamputatie ondergingen gevolgd door een borstreconstructie in twee fasen of met een directe prothese, geregistreerd in de Nederlandse Borstimplantaten Registratie (DBIR) tussen 2017 en 2021. Verlies van het implantaat trad op in 8.1%. Hoewel het geobserveerde percentage van implantaatverlies toenam naarmate er meer risicofactoren aanwezig waren, kwam de geobserveerde kans niet overeen met de voorspelde kans op implantaatverlies. Van de vier risicofactoren (obesitas, roken, tepelsparende procedure en een reconstructie met een directe prothese) waren alleen obesitas en roken significant gerelateerd aan implantaatverlies. Het multicenter risicomodel kon dus niet gevalideerd worden met landelijke DBIR data. Het blijft waardevol om het voorspelde risico op implantaatverlies tijdens het preoperatieve consult te bespreken met de patiënt. Het kan de behandelend arts helpen bij het plannen van de borstamputatie en het type reconstructie, om zo de begeleiding van vrouwen die deze ingreep overwegen te verbeteren. Het doel van de studie in hoofdstuk 7 was daarom om een gevalideerd predictiemodel te maken voor het risico op implantaatverlies na borstreconstructies met behulp van risicofactoren. Patiënten die een borstreconstructie in twee fasen of met een directe prothese hebben ondergaan, werden geïncludeerd vanuit de DBIR database. Het cohort was verdeeld in een trainingscohort (80%) en een validatiecohort (20%). In het trainingscohort werd een predictiemodel voor implantaatverlies gemaakt met multivariate logistische regressie, dat vervolgens werd gevalideerd in het validatiecohort. De risicofactoren in het predictiemodel waren roken, BMI, pre-pectorale plaatsing en eerdere radiotherapie. Het model voorspelde een toenemende kans op implantaatverlies van 4.5% bij patiënten zonder risicofactoren tot 38% bij patiënten met vier risicofactoren. Doordat het predictiemodel succesvol intern gevalideerd is, kan het worden gebruikt in de algemene praktijk en als hulpmiddel worden gebruikt tijdens de preoperatieve counseling van vrouwen die een borstreconstructie met implantaten overwegen. 9
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw