Anna Marzá Florensa

192 Chapter 8 SAMENVATTING Dit proefschrift geeft een beeld van de stand van zaken op het gebied van secundaire coronairlijden hart ziekte (CHD), vanuit zowel een mondiaal perspectief als met een focus op Zuid-Amerika. Er is onderzoek gedaan naar de mate waarin mensen risicofactoren ontwikkelen, naar medicijngebruik en naar de determinanten daarvan; er is gekeken naar gezondheidsverschillen op basis van geslacht, opleidingsniveau en ziektekostenverzekering. Daarnaast worden er relevante aspecten en mogelijkheden besproken om de enquêtes naar secundaire preventie te verbeteren. Hoofdstuk 1 geeft een overzicht van de ziektelast door CHD wereldwijd. CHD is de belangrijkste doodsoorzaak en in 2019 waren er 197 miljoen prevalente gevallen van CHD. Bestaande onderzoeken laten zien dat risicofactoren in secundaire preventie onvoldoende verlaagd worden, dat de meeste patiënten wel medicijnen gebruiken (met regionale verschillen) en dat er ongelijkheden zijn tussen mannen en vrouwen en sociaaleconomische groepen in secundaire preventie. De meeste onderzoeken die deze resultaten in klinische settings rapporteren, zijn uitgevoerd in hoge-inkomenslanden, meestal in Europa. Er is een gebrek aan literatuur uit andere werelddelen waar meer (risicofactoren voor) hart- en vaatziekten voorkomen. Dit hoofdstuk belicht welke hiaten uit eerder onderzoek in dit proefschrift aan de orde komen: met name de behoefte aan een mondiaal perspectief op secundaire preventie en gezondheidsverschillen en de beperkte informatie over onderwerpen zoals het tegelijkertijd voorkomen van meerdere risicofactoren en het bewustzijn van risicofactoren of de invloed van verzekeringsdekking. Hoofdstuk 2 bestaat uit een systematische review en meta-analyse van de literatuur over prevalentie van medicijngebruik in Zuid-Amerika. De zoekopdrachten leverden 7388 artikelen op, waarvan er 73 in de review werden opgenomen. De samengevoegde prevalentieschattingen varieerden van 55.8% (95%CI 49.7%-61.8) voor ACE-remmers/ARB's tot 85.1%(95%CI 79.7%-89.3%) voor aspirine. De resultaten van het meta-regressiemodel toonden aan dat het gebruik van de meeste medicatieklassen significant toenam in de periode 1993-2017 en dat het medicatiegebruik lager was in gemeenschapsinstellingen dan in academische en tertiaire gezondheidscentra. Hoofdstuk 3 rapporteert het medicijngebruik naar verzekeringsdekking onder de 593 proefpersonen met CHD. Informatie over verzekeringsdekking was beschikbaar in Argentinië, Chili en Uruguay. Deelnemers werden geclassificeerd als uitsluitend gedekt door het openbare gezondheidszorgsysteem of met een aanvullende dekking. Deze analyse toont dat relatief weinig mensen medicatie gebruikten, variërend van 24.4% lipidenverlagende medicijnen tot 51.9% antihypertensiva. Multivariabele analyse toonde geen significante verschillen naar verzekeringsdekking in medicatiegebruik, wat verklaard zou kunnen worden door de gratis verstrekking van medicatie door apotheekprogramma's en de heterogeniteit binnen verzekeringsdekking categorieën. Dit hoofdstuk belicht verschillen in toegang tot zorg, aangezien patiënten die uitsluitend onder het openbare systeem vallen vaker aangaven belemmeringen te ondervinden bij het ontvangen van de zorg die ze nodig hadden en bij het betalen van medicijnen.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw