Mariska Tuut

258 De inleiding beschrijft verschillende concepten die de waarde van een test bepalen: de analytische prestatie, de klinische prestatie (ook wel bekend als diagnostische accuratesse of testaccuratesse), de klinische effectiviteit, de kosteneffectiviteit en de brede impact van een test. Daarnaast is het van cruciaal belang om de rol van een nieuwe test (bijvoorbeeld triage of vervanging) ten opzichte van bestaande testen te benoemen. In de praktijk komt verkeerd gebruik van testen frequent voor. Daarbij is zowel sprake van te weinig (under use) als te veel gebruik van testen (over use), met een aanzienlijke impact tot gevolg. Laboratoriumonderzoek bijvoorbeeld, dat ongeveer 2% van de uitgaven in de gezondheidszorg behelst, beïnvloedt 46-67% van de klinische besluitvorming. Verkeerd gebruik van testen kan leiden tot onnodige ongerustheid, onnodige bijwerkingen als gevolg van testen, onnodige behandeling en vermijdbare hoge kosten voor de gezondheidszorgen. Het ontwikkelen van richtlijnen over testen in de gezondheidszorg brengt verschillende uitdagingen met zich mee, zoals het formuleren van uitgangsvragen gericht op verbeteren van relevante uitkomsten, het zoeken en evalueren van wetenschappelijk bewijs, het interpreteren van testaccuratesse en het formuleren van aanbevelingen. Dit proefschrift richt zich op knelpunten en oplossingen bij het ontwikkelen van richtlijnaanbevelingen over testen, met specifieke aandacht voor de kennis die nodig is om deze aanbevelingen te ontwikkelen en hulpmiddelen voor dit proces. Het doel van dit proefschrift is het faciliteren en verbeteren van richtlijnontwikkeling over testen in de gezondheidszorg. Dit heeft geleid tot de volgende onderzoeksvragen: 1. Wat zijn knelpunten en mogelijke oplossingen bij het beoordelen van de zekerheid van bewijs van een test-managementstrategie? 2. Welke typen bewijs (testaccuratesse, nadelige aspecten gerelateerd aan een test (test burden), natuurlijk beloop, effectiviteit van behandeling en link tussen testresultaat en behandeling) worden bij richtlijnontwikkeling gebruikt als bewijs voor aanbevelingen over testen? 3. Wat is de minimaal vereiste kennis voor richtlijnwerkgroepleden om richtlijnen te ontwikkelen over testen? 4. Kan een stap-voor-stap handleiding richtlijnontwikkelaars helpen bij het formuleren van gespecificeerde uitgangsvragen over testen? Hoofdstuk 2 gaat in op de eerste onderzoeksvraag. In dit hoofdstuk is de toegevoegde waarde van een test geanalyseerd, als een illustratief voorbeeld. Het gaat om het onderzoeken van het voordeel van specifiek immunoglobuline E (sIgE) bloedtesten als aanvullende test op de anamnese bij patiënten die verdacht worden van allergische

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw