Mariska Tuut

Publiekssamenvatting 267  Publiekssamenvatting Dit proefschrift gaat over de ontwikkeling van richtlijnen over testen in de gezondheidszorg. Richtlijnen helpen zorgverleners (zoals dokters, verpleegkundigen en fysiotherapeuten) en zorgontvangers (patiënten/cliënten/burgers) bij keuzes in de zorg. Aanbevelingen in richtlijnen worden gebaseerd op wetenschappelijke kennis en op expertise en ervaringen van zorgprofessionals en ervaring van zorgontvangers. Richtlijnen worden ontwikkeld om de gezondheidszorg te verbeteren; zorggebruikers moeten er dus beter van worden. Met ‘testen’ worden procedures bedoeld waarmee een gezondheids- of ziektetoestand bij mensen kan worden gemeten. Voorbeelden zijn: bloedonderzoek, vragenlijstonderzoek, beeldvormend onderzoek, functietesten (bijvoorbeeld een ECG of een longfunctietest) en weefselonderzoek. Zulke testen kunnen om verschillende redenen worden gedaan, zoals het stellen of juist uitsluiten van een diagnose, screening of vroege opsporing, keuze van behandeling of controle. Testen zijn meestal niet 100% accuraat. Een voorbeeld: een test kan als uitslag geven dat iemand een bepaalde ziekte heeft, terwijl dat in werkelijkheid niet zo is. Iemand kan dan behandeld worden voor een ziekte die diegene niet heeft. Andersom kan ook: een test kan als uitslag geven dat iemand een bepaalde ziekte niet heeft, terwijl dat in werkelijkheid wél zo is. Iemand kan dan geen behandeling krijgen terwijl die wel nodig is. Bij de ontwikkeling van richtlijnen over testen wordt vaak gekeken naar testaccuratesse, zoals het aantal terechte en onterechte testresultaten. Maar, als richtlijnen over testen ervoor moeten zorgen dat zorggebruikers er beter van worden, dan moet ook gekeken worden naar de voor- en nadelen van de test en naar de consequenties voor het beleid of de behandeling. Immers, van alleen testen worden mensen niet beter. Om te bepalen of een bepaalde test in een bepaalde situatie van toegevoegde waarde is, zijn de volgende overwegingen van belang: - Wat is de situatie? Hiermee worden bijvoorbeeld de doelpopulatie van de test (bij welke mensen wordt de test overwogen?), het doel van de test (bijvoorbeeld diagnostiek of screening) en de rol van de test ten opzichte van bestaande testen (bijvoorbeeld vervanging van een bestaande test) bedoeld. - Meet de test wat deze moet meten? Hiermee wordt de accuratesse bedoeld.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw