Hilde Kooiker-den Boer

9 de structuur van informatieve teksten kan hierbij helpen. In het huidige Nederlandse basisonderwijs is hier echter nog weinig aandacht voor. In dit proefschrift verkennen we wat er nodig is om ook kennis over tekststructuur een plek te geven in het zaakvakonderwijs. Daarbij richten we ons specifiek op natuur- en techniekonderwijs. In de volgende paragrafen van dit hoofdstuk zullen we de ideeën achter dit onderzoeksproject stapsgewijs toelichten. In paragaaf 1verduidelijken we waarom juist natuur- en techniekonderwijs geschikt is voor integratie met taalonderwijs. Paragraaf 2 zet uiteen wat het belang is van kennis over tekststructuur bij het lezen en verwerken van met name informatieve teksten, en schetst de huidige stand van zaken in het tekststructuuronderzoek. Om de relevantie van het onderzoek verder te verduidelijken, lichten we in paragraaf 3.1 de huidige stand van zaken in het Nederlandse basisonderwijs toe rondom lezen in het zaakvakonderwijs en in paragraaf 3.2 de plek die tekststructuur inneemt in het leesonderwijs. Dit mondt in paragraaf 4 uit in het onderzoeksdoel, de onderzoeksvragen en een vooruitblik op de hoofdstukken in dit proefschrift. 1. Taalvaardigheid in natuur- en techniekonderwijs In onderzoeksprojecten die taalonderwijs en zaakvakonderwijs combineren, wordt vaak gekozen voor de combinatie van lees- (en schrijf)onderwijs met natuur- en techniekonderwijs. Zo zijn CORI (Guthrie et al., 1999), IDEAS (Romance & Vitale, 2001) en Seeds of Science/Roots of Reading (Cervetti et al., 2012) voorbeelden van zulke geïntegreerde onderwijsprogramma’s voor leerlingen in de basisschoolleeftijd, die op grote schaal zijn getest en positieve resultaten lieten zien, zowel voor taalvaardigheden als voor beheersing van de vakinhouden. Dat juist de koppeling met natuur & techniek goed werkbaar blijkt, heeft in de eerste plaats te maken met het onderzoeksmatige karakter van natuur- en techniekonderwijs. In natuur & techniek wordt onderzoek zoals wetenschappers dat uitvoeren in het klein nagebootst. Het gaat dan niet alleen om het doen van hands-on onderzoeksactiviteiten maar juist ook om het vergelijken van uitkomsten, het beargumenteren van conclusies, lezen over achtergronden en verslaglegging (Cervetti et al., 2006; Glynn & Muth, 1994; Osborne, 2002). Daarbij hebben de exacte vakken hun eigen academische taal: woordenschat en specifieke patronen in het taalgebruik die niet aanwezig zijn in de alledaagse taal van leerlingen en waar dus specifiek aandacht voor nodig is om het leren mogelijk te maken (Huerta & Garza, 2019; Goldman et al., 2016; Smit et al., 2013). Processen van begripsvorming bij onderzoeksactiviteiten vertonen veel overeenkomsten met de strategieën die nodig zijn om tot tekstbegrip te komen. Zo zijn metacognitieve vaardigheden nodig, moeten leerlingen relevante informatie kunnen selecteren, probleemoplossend kunnen denken en verbanden kunnen leggen (Bradbury, 2014; Cerveti et al., 2005; Spires et al., 2018). Hands-on onderzoeksactiviteiten binnen natuur- en techniekonderwijs bieden bovendien veel mogelijkheden voor functionele taaltaken zoals het lezen van stappenplannen en het schrijven van logboeken of verslagen (Cervetti et al., 2009). Verschillende reviews en meta-analyses laten zien dat de combinatie van taalonderwijs met natuur & techniek positieve effecten heeft, zowel op talige vaardigheden als op vakinhoudelijke kennis, en ook 10

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw