Hilde Kooiker-den Boer

een rol in spelen (Mayer, 1996). Veel van de concepten die centraal staan in de leerlijn voor natuur- en techniekonderwijs voor de basisschool (Van Graft & Klein Tank, 2018) kunnen beschreven worden in termen van oorzaak-gevolg, probleem-oplossing, vergelijking (classificering) of chronologie (het volgen van processen) (Morton, 2020). Instructie over tekststructuur zou dus een brug kunnen slaan tussen kennis en tekstbegrip. Dat maakt het interessant om te onderzoeken in hoeverre het mogelijk is om tekststructuurinstructie te integreren in natuur- en techniekonderwijs en of zo’n aanpak effect heeft op tekstbegrip én op begrip van de vakinhouden. Op basis van voorgenoemde uitgangspunten ontwikkelden we lesmaterialen die we vervolgens inzetten in een interventiestudie. Hierbij stond de volgende onderzoeksvraag centraal: Wat is het effect van een geïntegreerde aanpak van tekststructuurinstructie in natuur- en techniekonderwijs op tekstbegrip, samenvattingsvaardigheden, schrijfvaardigheid en vakkennis van leerlingen in groep 6? In de volgende paragraaf lichten we de ontwerpprincipes toe die leidend waren bij het ontwikkelen van de lesmaterialen. 2. Beschrijving van de interventie Eerder verkenden we al de werkbaarheid van een geïntegreerde aanpak van tekststructuuronderwijs en natuur & techniek door middel van een ontwerponderzoek waarin we samenwerkten met leerkrachten in het basisonderwijs. Gedurende het ontwerpproces werden twee cycli van testen en vervolgens weer bijstellen doorlopen. Dit leverde vier bruikbare lessenseries op voor de bovenbouw van het basisonderwijs (zie hoofdstuk 4; Kooiker-den Boer et al., 2024). Bij het bepalen van de ontwerpprincipes voor deze lesmaterialen baseerden we ons op eerder onderzoek naar tekststructuuronderwijs. Het introduceren van verschillende tekststructuren vraagt om expliciete instructie waarbij leerkrachten aan de hand van heldere voorbeeldteksten demonstreren wat de belangrijkste kenmerken van een bepaalde structuur zijn. Ze modelen daarbij hoe ze tijdens het lezen gebruikmaken van de structuur van de tekst om deze beter te begrijpen (Hebert et al., 2016; Pyle et al., 2017). Naast leesactiviteiten worden in veel tekststructuurinterventies ook schrijfactiviteiten zoals bijvoorbeeld samenvattingstaken ingezet (Broer et al., 2002; Dickson, 1999; Kirkpatrick & Klein, 2009). Dit soort schrijftaken helpt leerlingen de belangrijkste inhouden en verbanden in de tekst te doorzien. Meta-analyses tonen aan dat tekststructuurinterventies waarin schrijftaken werden ingezet leidden tot beter tekstbegrip (Bogaerds-Hazenberg et al., 2021; Hebert et al., 2016). Een werkvorm die daarbij eveneens effectief is gebleken (BogaerdsHazenberg et al., 2021; Pyle et al., 2017), is het gebruik van graphic organizers, schema’s waarin de belangrijkste verbanden in de tekst visueel worden gemaakt, zoals een stroomschema of een venndiagram. Deze graphic organizers kunnen ingezet worden in 106

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw