Hilde Kooiker-den Boer

117 De scores op de vier kennisopdrachten (zie Tabel 5) verschilden (F(3, 242) = 135.77; p < .001). We vinden echter geen hoofdeffect voor conditie (F(1, 14.45) = 1.14; p = .30) noch een interactie-effect tussen opdracht en conditie (F(3, 242.0) = 1.17; p = .32). Kortom, er kan geen effect van conditie aangetoond worden, ook niet wanneer de andere drie kennisopdrachten als covariaat in het model opgenomen worden. 5. Conclusie en discussie In deze interventiestudie onderzochten we het effect van een geïntegreerde aanpak van tekststructuurinstructie in natuur- en techniekonderwijs op tekstbegrip, samenvattingsvaardigheden, schrijfvaardigheid en vakkennis van leerlingen in groep 6. Op geen van de gemeten vaardigheden vonden we verschillen tussen de tekststructuurinterventie en de controleconditie. Alleen bij de schrijftaak gingen leerlingen vooruit, maar dat gold voor beide condities. Uit deze resultaten kunnen we concluderen dat beide condities in elk geval niet voor elkaar onderdeden en ze dus mogelijk als gelijkwaardig beschouwd kunnen worden. Om de uitkomsten op waarde te schatten, is het echter van belang een aantal factoren in de opzet van de studie nader te beschouwen. Deze factoren zetten we in paragraaf 5.1 op een rij, waarna we in paragraaf 5.2 aanvullende suggesties voor vervolgonderzoek doen. 5.1 Factoren die een rol speelden in de uitvoering van de studie Om te beginnen was de interventie relatief kort. De lessenserie besloeg in totaal negen lessen van 45-60 minuten, waarvan twee lessen werden besteed aan hands-on onderzoeksactiviteiten. Hoewel er in de handleiding wel suggesties zijn gedaan om ook tijdens deze onderzoeksactiviteiten aandacht te besteden aan coherentierelaties, lag het zwaartepunt van de tekststructuurinstructie uiteraard in de lees- en schrijflessen die in totaal dus niet meer dan zeven uur besloegen. In de meta-analyse van Pyle et al. (2017) is gekeken naar het verband tussen de duur van interventies in relatie tot de effecten. Interventies met een duur van elf tot twintig uur bleken het meest effectief en kortere interventies leverden kleinere effecten op. Ook kan het aantal aangeleerde tekststructuren een rol hebben gespeeld: in onze interventie werden, in relatief korte tijd, verschillende tekststructuren geïntroduceerd. Het is goed mogelijk dat dit simpelweg te weinig lessen waren en dat de nieuw geleerde informatie onvoldoende is geoefend en is blijven hangen bij leerlingen. In veel interventies in vergelijkbare leeftijdsgroepen waar drie of meer tekststructuren werden aangeboden en die positieve resultaten laten zien werd een groter aantal sessies aangeboden en viel de totale duur van de interventie wel binnen de elf tot twintig uur die Pyle aanmerkt als moderate (Braxton, 2009; Gentry, 2006; Raphael et al., 1986; Stevens, 2018). Binnen het huidige onderzoeksproject was een langere interventie echter moeilijk te realiseren. Deelname vroeg extra tijd en inspanning van de leerkrachten. Om hen niet teveel te laten afwijken van hun reguliere programma hebben we de omvang van de interventie beperkt gehouden. 118

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw