128 manier de structuur van teksten lezers kan helpen om te komen tot een samenhangend situatiemodel. Dit model gaat ervan uit dat er tijdens het lezen op drie niveaus processen plaatsvinden. Op het oppervlakteniveau vindt het decoderen van woorden plaats. Het is belangrijk dat dit proces geautomatiseerd is, zodat lezers voldoende cognitieve ruimte hebben voor de inhoud en verbanden in de tekst. Op het niveau van de tekstbasis kennen lezers betekenis toe aan de woorden die ze lezen en leggen ze verbanden tussen de tekstdelen; dit is de constructiefase waarbij woordenschat en algemene taalvaardigheid belangrijk zijn (Merchie et al., 2019). Op het niveau van het situatiemodel is er sprake van integratie. Lezers leggen verbanden binnen de tekst en met hun voorkennis om zo te komen tot een mentale tekstrepresentatie. Naarmate lezers meer inferenties maken, ontstaat dieper tekstbegrip en daarmee een uitgebreidere representatie (Kintsch, 1998; Sanders & Spooren, 2009). Wel kan een gebrek aan voorkennis ervoor zorgen dat lezers onvoldoende inferenties maken die leiden tot een coherente representatie (Verhoeven & Perfetti, 2008). Het doel dat lezers voor ogen hebben tijdens een leestaak, hun standaard voor coherentie, speelt hier een belangrijke rol (Oudega & Van den Broek, 2018). Tot slot is kennis nodig over de manier waarop je tekststructuur kunt onderwijzen. Aangezien het hier om tweedejaars studenten gaat, kozen we voor drie strategieën die te overzien lijken voor beginnende leerkrachten: 1) Gebruikmaken van tekststructuur bij het voorspellen van de inhoud van een tekst. Bij een tekst met de titel Vakantie, met de trein of toch maar met de auto? verwacht je een vergelijkingsstructuur. Er zullen overeenkomsten en verschillen tussen beide vormen van reizen genoemd worden. Voorkennis activeren kun je dan doen door te vragen naar overeenkomsten en verschillen die leerlingen zelf al weten over reizen met beide vervoersmiddelen. 2) Gebruikmaken van tekststructuur bij het stellen van vragen over een tekst. In plaats van het stellen van algemene vragen (Waar gaat de tekst over? Wat is het belangrijkst?), maak je gebruik van de structuur om tot de kern te komen. Bij een probleem-oplossingstekst vraag je bijvoorbeeld: Welk probleem wordt er beschreven? Welke oplossingen worden er gegeven? 3) Het gebruik van graphic organizers bij het samenvatten of schrijven van een tekst. Het visualiseren van de tekststructuur door het invullen of zelf tekenen van een graphic organizer (een schematische afbeelding die de structuur van de tekst weergeeft), helpt lezers om de tekstopbouw te doorzien (Bogaerds-Hazenberg et al., 2021). 6 129
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw