149 om het wat: kennis over wat basisschoolleerlingen moeten weten en kunnen (kwadrant 1) en om achtergrondkennis over taal (kwadrant 3). De inhouden van deze kenniselementen vergeleken we met de ingrediënten die uit het theoretisch kader naar voren waren gekomen. Uit de analyse concludeerden we dat de huidige Kennisbasis leerkrachten onvoldoende theorie biedt om effectief les te kunnen geven over tekststructuur. De belangrijkste tekortkomingen die we constateerden waren: 1) Het ontbreekt aan een aantal essentiële definities en een overkoepelend theoretisch model over tekstbegrip. Zo worden de begrippen referentiële en relationele samenhang niet genoemd en worden begrippen als signaalwoord en functiewoord zeer summier gedefinieerd. 2) Meerdere thema’s worden wel aangestipt, maar onvoldoende uitgewerkt. Zo is bijvoorbeeld de indeling in tekstsoorten en de koppeling met tekstdoelen duidelijk, maar wordt niets gezegd over het verband tussen tekstsoort en tekstdoel enerzijds en tekststructuur anderzijds. 3) Er wordt op meerdere plekken onjuiste informatie gegeven, zoals onjuiste voorbeelden van voegwoorden bij coherentierelaties. 4) De relevante informatie over tekststructuur en tekstbegrip wordt, door de indeling in negen domeinen, erg versnipperd gepresenteerd. Bovendien staan inhouden niet altijd op de meest logische plek. Naar aanleiding van deze analyse formuleerden we een aantal aanbevelingen voor aanpassingen van de kennisbasis. De bevindingen van deze analyse komen overeen met resultaten uit internationaal onderzoek waaruit ook blijkt dat lerarenopleidingen onvoldoende basis bieden om leerkrachten evidence-based benaderingen toe te laten passen in hun lees- en schrijfonderwijs en dat leerkrachten het idee hebben dat relevante vaardigheden in isolatie worden onderwezen (Wijekumar et al., 2019). 1.2 Lesmethodes voor natuur- en techniekonderwijs (hoofdstuk 3) Niet alleen de kennis en vaardigheden waarover leerkrachten beschikken zijn van belang in de vormgeving van tekststructuuronderwijs; leerkrachten dienen ook gebruik te kunnen maken van lesmaterialen van hoge kwaliteit. Analyses van leerboeken in andere landen laten zien dat de kwaliteit van deze boeken in veel gevallen te wensen overlaat (Agius & Zammit, 2021; Farris et al., 1988; Jones et al., 2016; Peti-Stantić et al., 2021). Om na te gaan in hoeverre de huidige Nederlandse leer- en werkboeken voor natuur- en techniekonderwijs ontwikkeld voor groep 5 t/m 8 geschikt zijn voor tekststructuurinstructie, analyseerden we een corpus van lesmaterialen van zeven lesmethodes. Daarbij analyseerden we per lesmethode hoe frequent vier tekststructuren (chronologie, vergelijking, oorzaak-gevolg en probleemoplossing) voorkwamen op tekst- en paragraafniveau en in welke mate er op beide niveaus sprake was van combinaties van tekststructuren. Ook keken we in hoeverre de teksten inleidingen bevatten die zicht geven op de inhoud en de structuur van de tekst en onderzochten we in hoeverre de lesmaterialen afbeeldingen bevatten die aansloten bij de 150
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw