Hilde Kooiker-den Boer

151 OP1. Selecteer concepten die hands-on activiteiten mogelijk maken en waarbij het gaat om het begrijpen van processen en/of causale verbanden en/of om het vergelijken en classificeren van inhouden. OP2. Organiseer hands-on activiteiten die helpen het vakinhoudelijke concept en de bijbehorende verbanden te begrijpen. OP3. Ontwerp functionele lees- en schrijfactiviteiten gericht op instructie over tekststructuur en gebruik hierbij, waar zinvol, graphic organizers. OP4. Onderwijs declaratieve, procedurele en conditionele kennis over tekststructuur in lees- en schrijfactiviteiten en maak gebruik van voorbeeldteksten met een duidelijke structuur. Deze deelstudie bood enerzijds inzichten in de bruikbaarheid van deze ontwerpprincipes en gaf anderzijds inzicht in de opbrengsten en belemmeringen die leerkrachten ervaren in het deelnemen in een ontwerponderzoek waarin wordt gewerkt aan vakintegratie. Het ontwerptraject leverde een set aan materialen op die bruikbaar was in de onderwijspraktijk. Over het geheel genomen konden de ontwerpprincipes goed geïmplementeerd worden, hoewel dat niet bij alle vier de ontwerpprincipes volledige lukte. Van de concepten in het leerplankader waren er veel die mogelijkheden boden voor hands-on activiteiten en waarbij ook gewerkt kon worden aan denkrelaties zoals bijvoorbeeld causale verbanden of classificeren (OP1 en 2). Over het aanleren van kennis over tekststructuur (OP3) constateerden we dat dit voor de leerkrachten tamelijk nieuw was en dat ze hier weinig kennis over hadden. Dat maakte het voor hen lastig om lessen te ontwerpen waarin tekststructuurinstructie centraal staat. Hier was ondersteuning nodig door de onderzoekers, bijvoorbeeld in de vorm van voorbeeldteksten en scripts voor modeling. Hier gaan we in paragraaf 2.4 verder op in. De integratie met natuur- en techniekonderwijs hielp wel om lees- en schrijfactiviteiten functioneel te maken (OP3), al was ook hier enige ondersteuning door de onderzoekers nodig. Leerkrachten rapporteerden dat deze functionele insteek leidde tot hoge betrokkenheid bij de leerlingen. Leerkrachten waren bovendien enthousiast over het gebruik van graphic organizers. Ze stelden vast dat het werken met deze schema’s leerlingen min of meer dwingt om de tekst goed te lezen en diep te verwerken. Wel merkten ze op dat leerlingen hier nog veel instructie en ondersteuning bij nodig hebben. Het gebalanceerd aanbieden van declaratieve, procedurele en conditionele kennis over tekststructuur (OP4) is in het ontwerp van de lesmaterialen nog niet goed tot zijn recht gekomen. Dit waren volkomen nieuwe begrippen voor de leerkrachten. Aangezien het werken met tekststructuren voor de leerlingen volkomen nieuw was, ging de aandacht in eerste instantie vooral uit naar declaratieve en procedurele kennis over tekststructuur. Conditionele kennis zou in vervolgonderzoek meer aandacht moeten krijgen (zie ook de suggesties in paragraaf 2.3). We concludeerden verder dat ontwerpgericht onderzoek zeker mogelijkheden biedt om wetenschap en onderwijspraktijk met elkaar te verbinden. Leerkrachten toonden een 152

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw