Meyer nauwelijks voorkomen in de teksten die leerlingen lezen op school, waarom zou je dan investeren in kennis over deze structuren? Anderzijds zou je ook kunnen betogen dat de kwaliteit van de leerboekteksten flink te wensen overlaat, aangezien deze teksten doorgaans zeer fragmentarisch zijn en geen duidelijke structuur kennen (een kwestie die ook door Bogaerds-Hazenberg (2023) is geopperd). Uitgaand van het bestaande onderzoek naar de effectiviteit van tekststructuurinstructie pleiten we ervoor om bij het introduceren van de verschillende tekststructuren gebruik te maken van heel duidelijke voorbeeldteksten. Wanneer leerlingen in staat zijn de structuur van deze teksten te doorzien, kunnen ze deze kennis ook leren toepassen in complexere teksten of in teksten met meerdere structuren. Het gaat er dus om dat ze de patronen van coherentierelaties leren herkennen. Dergelijke voorbeeldteksten dienen derhalve voornamelijk een didactisch doel in de instructie. Aangezien lesmethodes voor natuur & techniek niet met dit doel voor ogen zijn geschreven, valt het ook niet te verwachten dat deze ‘voorbeeldige’ teksten veel voorkomen in de leerboeken. Aan de andere kant zijn goed gestructureerde teksten niet alleen van belang om onderwijs te kunnen geven over tekststructuur. Teksten met een heldere structuur zijn, ook zonder expliciete instructie, begrijpelijker voor leerlingen (Daniel & Raney, 2007; Hyönä & Lorch, 2004; Van Silfhout et al., 2015) en dragen daarmee bij aan beter tekstbegrip. Lesmethodes voor de zaakvakken zouden hier beter in kunnen voorzien, zonder dat dit heel ingewikkeld hoeft te zijn. In onze analyse van de lesmethodes hebben we laten zien dat teksten met relatief kleine ingrepen duidelijker gestructureerd kunnen worden (zie ook: Bogaerds-Hazenberg & Evers-Vermeul, 2023). In de huidige praktijk van het basisonderwijs zien we dat leerkrachten er steeds vaker voor kiezen om naast de zaakvakmethodes ook zelf teksten te selecteren of om de lesmethodes helemaal niet meer te gebruiken. In het licht van tekststructuuronderwijs, maar zeker ook in een breder perspectief van begrijpend leesonderwijs, zou het goed zijn om meer zicht te krijgen op het type teksten en de kenmerken van de teksten die leerkrachten zelf selecteren voor hun lees- en/of zaakvaklessen. Daarbij kan gekeken worden in hoeverre dit verhalende teksten, informatieve teksten of teksten met een combinatie van verhalende en informatieve elementen zijn (vgl. Sangers, 2023), maar ook op welke manier deze teksten zijn gestructureerd en welke kansen ze bieden voor tekststructuuronderwijs. Onze methodeanalyse biedt een aantal inzichten die meegenomen kunnen worden in een dergelijke analyse. Een methodologische kwestie die zich voordeed bij onze analyse van de lesmethodes is het gegeven dat deze een totaal verschillende opbouw kenden. Dit maakte het lastig om de lessen goed te vergelijken. Aangezien we in eerste instantie vooral een totaalbeeld van de materialen wilden krijgen, hebben we ervoor gekozen om random een aantal hoofdstukken te selecteren. Deze verschilden echter nogal in aantallen teksten, lengte van teksten en aantallen opdrachten. Om wat meer zicht te krijgen op de mogelijkheden om een koppeling te maken tussen tekststructuur en begrip van vakinhoudelijke concepten, zou het interessant zijn om in vervolgonderzoek teksten te selecteren die eenzelfde concept beschrijven, denk bijvoorbeeld aan het broeikaseffect of de levenscyclus van een plant. Dit 164
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw