Hilde Kooiker-den Boer

Bijlage A. Toelichting bij de analyse van opdrachten per tekststructuur Chronologie Informatie moet georganiseerd worden in chronologische volgorde, bijvoorbeeld door een proces te beschrijven of te tekenen zoals in (1) of door gebeurtenissen of acties in de juiste volgorde te zetten zoals gevraagd in (2). 1 Teken de levensloop van een zonnebloem. Als je het leuk vindt en tijd hebt, kun je dat ook doen van een vlinder of een mens of... (Alles-in-1, groep 5/6, p. 69) 2 Op de plaatjes zie je hoe uit een zaadje een nieuwe plant groeit. Zet de plaatjes in de goede volgorde. Ze de nummers 1 tot en met 5 erbij. (Argus Clou, groep 7, p. 40) Oorzaakgevolg De vraag of taak vereist het begrijpen van causaliteit of het afleiden van een causaal verband. Zowel causale als redenerende verbanden worden meegenomen in deze analyse. Dit kunnen open vragen zijn zoals (3) en (4), meerkeuzevragen (5) of opvultaken (6). 3 Waarom bouwen nomaden geen huizen? (Alles-in-1, groep 5/6 , p. 9) 4 Bij het insectenhotel vind je niet alleen insecten. Er zijn ook vogels. Leg uit. (Argus Clou, groep 5, p. 5) 5 Roofvogels hebben heel goede ogen. Waarom is dat zo? Zet een kruisje voor het goede antwoord. Roofvogels hebben goede ogen omdat: 0 ze hun prooi dan makkelijker kunnen opeten. 0 ze hun prooi dan op grote afstand al kunnen zien. 0 ze dan beter kunnen zien of de vijand er aankomt. 0 ze dan beter hun snavel kunnen gebruiken. (Natuniek, groep 5, p. 9) 6 Ziek! Karlijn is ziek. Ze heeft koorts, buikpijn en diarree. Gisteren had ze een barbecue. Wat kan er zijn gebeurd? Het vlees dat ze at, was niet goed __________ gebakken. Er waren ziekmakende _____________in het vlees. (Wijzer, groep 5, p. 81) A 193

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw