198 Bijlage D. Voorbeelden van tekststructuuropgaven in de leestoetsen Voorbeeld 1. Tekststructuur herkennen Tekst 1. Van oudpapier naar toiletpapier Een machine uit Japan – de White Goat – maakt toiletpapier van oudpapier. Hoe werkt dat precies? Er zijn ongeveer 40 velletjes A4 nodig voor één rol toiletpapier. Allereerst versnippert de machine het oudpapier. Deze snippers worden vervolgens verwerkt tot pulp die tot vellen geperst wordt. Nadat het materiaal gedroogd is, wordt het tot een rol om het alom bekende kartonnetje gewikkeld. `Recycling on the spot`, zou je kunnen zeggen. Wat wil de schrijver vooral vertellen in tekst 1? A De oorzaken en gevolgen van iets (oorzaak-gevolg) B De verschillen en overeenkomsten tussen twee dingen (vergelijking) C De volgorde waarin dingen gebeuren (chronologie) D Een probleem en de oplossingen voor het probleem (probleem-oplossing) Voorbeeld 2. Kennis over signaalwoorden Amir leest een tekst over de gevolgen van werkloosheid. Welke woorden zal hij waarschijnlijk tegenkomen in deze tekst? A Net zoals, hetzelfde, daardoor, allebei. B Een manier om, hierdoor, als oplossing. C Een oplossing voor, zodat, omdat. D Hierdoor, vanwege, daardoor. A 199
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw