Hilde Kooiker-den Boer

26 Kader 1. Voorbeeldtekst Plastic soep (1) Om ons heen wordt heel veel plastic gebruikt. (2) Elk jaar wordt er zo’n 250 miljoen ton in de wereld gemaakt. (3) Iets minder dan de helft daarvan (40%) wordt gebruikt voor verpakkingsmateriaal. (4) Deze verpakkingsmaterialen worden meteen na gebruik weggegooid, waardoor er heel veel plastic afval is. (5) Heel veel afval belandt in de zee, bijvoorbeeld via de riolering, rivieren of door afvaldumping. (6) Er zijn meerdere plekken gevonden waar het plastic bij elkaar drijft. (7) Deze plekken bevinden zich vooral in subtropische zones, boven en onder de evenaar. (8) Ze worden ook wel plastic soep genoemd. (9) Boyan Slat bedacht een plan om het plastic op te ruimen. (10) Tijdens een vakantie in Griekenland zag hij bij het duiken meer plastic dan vissen in de zee. (11) Dat bracht hem op het idee om een installatie te bedenken die het drijvend afval opvangt. (12) Samen met een vriend schreef hij hier zijn profielwerkstuk over. (13) Ze wonnen er een prijs van de Technische Universiteit Delft mee. (14) Nu heeft Boyan Slat zijn eigen bedrijf dat zich bezighoudt met het opruimen van de plastic soep: The Ocean Cleanup. (15) In oktober 2018 is de eerste installatie in werking gegaan in de Grote Oceaan. Ontleend aan: https://wikikids.nl/Plastic_soep In de tekst Plastic soep ontstaat samenhang enerzijds doordat op verschillende plaatsen in de tekst naar dezelfde elementen wordt verwezen. Zo verwijst 250 miljoen ton uit zin (2) naar heel veel plastic in zin (1) en Ze in zin (8) verwijst naar Deze plekken in zin (7). De tekstwetenschap noemt dit referentiële coherentie (Sanders & Spooren, 2002). Naast referentiële coherentie vertoont een tekst ook relationele coherentie. Dat wil zeggen dat er verbanden zijn binnen (deel)zinnen, tussen zinnen en tussen alinea’s (Sanders & Spooren, 2002). In zin (4) staat een oorzaak-gevolgrelatie: het weggooien van plastic veroorzaakt een grote hoeveelheid afval. Dit is een coherentierelatie binnen een samengestelde zin. Coherentierelaties kunnen ook binnen een alinea voorkomen, dus tussen zinnen. In de tweede alinea zijn de zinnen chronologisch geordend: verschillende gebeurtenissen in de tijd worden in volgorde opgenoemd. Ook op tekstniveau, dus tussen alinea’s, vertoont de tekst samenhang: in de eerste alinea wordt een probleem geschetst en in de tweede een oplossing. Zo worden in de literatuur verschillende informatieve tekststructuren onderscheiden. De meest genoemde zijn de vijf tekststructuren van Meyer (1975): beschrijving, chronologie, vergelijking, oorzaak-gevolg en probleem-oplossing (zie Tabel 2, hoofdstuk 1). Anderen hebben nog aanvullende tekststructuren voorgesteld, bijvoorbeeld: standpunt-argument en voor-en-tegen (Slater, 1985; Williams et al., 2009). De schrijver van een tekst kan verschillende tekstuele elementen inzetten om de lezer te attenderen op de manier waarop de tekst is gestructureerd. De indeling in alinea’s en het 2 27

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw