34 Tabel 2. Kennisinhouden over tekstsoorten, tekstdoelen en tekststructuren Kennisinhoud Typerende passages uit de Kennisbasis Tekstsoorten Er zijn verschillende soorten teksten, die met een bepaalde bedoeling geschreven zijn: Verhalende teksten: Daarbij gaat het om verzonnen gebeurtenissen of om een persoonlijke weergave van de realiteit. Deze teksten hebben vaak de bedoeling om de lezer te amuseren. Informatieve teksten: Daarin beschrijven auteurs de werkelijkheid, zoals in kranten, tijdschriften, studieboeken en encyclopedieën. Ze hebben de bedoeling de lezer informatie te geven en zijn kennis van de werkelijkheid te verrijken. Directieve teksten: Daarin wordt beschreven hoe een bepaalde handeling of procedure moet worden uitgevoerd, zoals een recept uit een kookboek of een handleiding. Schrijvers van deze teksten proberen de handelingen van de lezer te sturen door middel van instructies. Beschouwende teksten: Daarin doen schrijvers niet alleen verslag van de werkelijkheid, maar geven ze ook hun mening over een gebeurtenis of situatie, zoals in een commentaar of recensie. Ze geven hun kijk op het probleem en proberen die veelal te onderbouwen. Argumentatieve teksten: Daarin proberen auteurs de opvattingen van de lezer met argumenten te beïnvloeden. Ze trachten de lezer te overreden, te overtuigen of over te halen om in actie te komen. Voorbeelden van argumentatieve teksten zijn een advertentietekst of een sollicitatiebrief. (5.1.8. en 6.1.10) Tekstdoelen De belangrijkste doelstellingen van een tekst zijn: - informeren: de lezer informatie geven over een bepaald onderwerp; - overtuigen: de lezer overhalen tot een mening; - amuseren: de lezer een bepaalde emotie laten beleven; - instrueren: de lezer aansporen tot het verrichten van een bepaalde handeling (5.1.11, zie ook 1.1.3, 1.1.5 en 7.1.3) Tekststructuren Elke geschreven tekst is op een bepaalde manier opgebouwd of gestructureerd. De meest algemene structuur is die van inleiding – kern – slot. Voorbeelden van meer specifieke tekststructuren zijn: - stapelstructuur: waarin de tekst bestaat uit min of meer losse onderdelen (telefoonboek, boodschappenlijstje, leerboek van een schoolvak); - verhaalstructuur: waarin personages opeenvolgende gebeurtenissen meemaken; - betoogstructuur: waarin uitspraken ondersteund worden met argumenten. (6.1.4) De relatie tussen tekstsoort, -doel en -structuur Afhankelijk van het onderwerp en van de communicatieve situatie kiest de schrijver een structuur voor zijn tekst. (6.1.4) Leerlingen die weten dat tekstsoorten volgens een bepaalde structuur zijn opgebouwd, profiteren van deze kennis wanneer ze een tekst lezen of zelf schrijven. Bij verhalende teksten wordt bijvoorbeeld in het begin de hoofdpersoon voorgesteld en zijn situatie beschreven. Vervolgens komen het doel van de hoofdpersoon en het plan dat de hoofdpersoon bedenkt om het doel te bereiken aan de orde. Daarna volgt een beschrijving van de handelingen die de hoofdpersoon uitvoert, de problemen die hij tegenkomt en het resultaat dat hij bereikt. Een slotzin rondt het verhaal af. (6.1.11) 2 35
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw