Hilde Kooiker-den Boer

41 evidence-based benaderingen te laten toepassen in hun lees- en schrijfonderwijs en dat leerkrachten het idee hebben dat relevante vaardigheden in isolatie worden onderwezen. Op basis van deze conclusies pleiten we dan ook voor het aanvullen van ontbrekende inhouden in de Kennisbasis, voor aanscherping van definities, voor het schrappen van inhouden die niet in lijn zijn met de onderzoeksliteratuur en voor meer samenhang tussen de domeinen. Hiervoor zou een aantal elementen moeten worden toegevoegd dan wel herzien. We doen hiervoor de volgende suggesties: • Maak een apart kenniselement waarin wordt uitgelegd wat een tekst is en op welke manier en op welke niveaus teksten samenhang vertonen. In dit kenniselement kan dan onderscheid gemaakt worden tussen verschillende coherentierelaties, zoals additieve, temporele, causale en tegenstellingsrelaties (Sanders et al., 1992), en kan benoemd worden dat dit soort relaties de tekst op verschillende niveaus structureren: binnen een zin, op alineaniveau en op tekstniveau. De vijf tekststructuren die Meyer (1975) onderscheidt (beschrijving, oorzaak-gevolg, chronologie, probleem-oplossing en vergelijking) kunnen daarbij genoemd worden als een indeling die bruikbaar is in het basisonderwijs bij het leren lezen en begrijpen van informatieve teksten. Het kenniselement ‘Relaties in teksten’ kan dan komen te vervallen. • Leg uit op welke manier de structuur van een tekst samenhangt met het tekstdoel en de tekstsoort. • Voeg, naast de leestheoretische modellen die nu genoemd worden, een omschrijving van het Constructie-Integratiemodel toe. Dit model helpt om te doorgronden wat tekstbegrip inhoudt en hoe tekstbegrip samenhangt met tekststructuur. • Leg uit hoe visuele middelen een rol kunnen spelen in het komen tot tekstbegrip op het niveau van het situatiemodel, en geef hier enkele duidelijke voorbeelden. • Zorg voor een heldere definiëring van begrippen zoals signaalwoord, voegwoord en functiewoord. De Kennisbasis Nederlandse taal is opgedeeld in negen domeinen. Hier is voor gekozen omdat ieder domein een specifieke vakdidactiek kent. In de beschrijving van de herijkte Kennisbasis wordt echter sterk het belang benadrukt van een geïntegreerde didactiek waarbij verschillende domeinen van taal in samenhang onderwezen worden (Nuyens-Huisman et al., 2018). Om vanuit dat uitgangspunt taalonderwijs vorm te kunnen geven, moet de aankomende leerkracht eerst zelf de verbanden tussen de verschillende domeinen doorzien. Door de Kennisbasis te analyseren vanuit het onderwerp tekststructuur zien we dat informatie erg versnipperd is weergegeven en niet altijd op een logische plek staat. Dat maakt het de leerkracht lastig om zelf samenhang aan te brengen tussen de verschillende domeinen. Om een meer samenhangende theoretische basis op te bouwen zou een andere indeling van de Kennisbasis wenselijk zijn, bijvoorbeeld met een overkoepelend theoretisch kader dat voor alle of in ieder geval meerdere domeinen relevant is. Het is aan de lerarenopleidingen om vervolgens te zorgen voor een goede koppeling tussen theorie en praktijk, zodat de kennis die aankomende leerkrachten opdoen ook daadwerkelijk bijdraagt aan beter lees- en schrijfonderwijs. 42

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw