55 Coherentierelaties en tekststructuur Interventies gericht op tekststructuurinstructie richten zich meestal op de sterk georganiseerde structuren, zoals vergelijking en oorzaak-gevolg (Hebert et al., 2016). Een tekst met een beschrijvende structuur vertoont een relatief eenvoudige organisatie van ideeën, aangezien het vaak gaat om een opsomming met een weinig hiërarchische structuur (Jones et al., 2016). De tekststructuur beschrijving hebben we om deze reden buiten onze analyse gelaten. Om rekening te houden met de grote verschillen in segmentatie en tekstlengte tussen de lesmethodes, en omdat we recht wilden doen aan de aanwezigheid van structuren in delen van de tekst en niet alleen in de hele tekst, volgden we een aanpak in twee stappen bij het coderen van zowel paragrafen als teksten. Op paragraafniveau codeerden we eerst alle coherentierelaties tussen zinnen binnen elke paragraaf (in de meeste gevallen dus een alinea); een paragraaf kon dus meerdere coherentierelaties of structuren bevatten. Vervolgens bepaalden we per paragraaf welk van de vier tekststructuren de belangrijkste was. In (5) bijvoorbeeld, beschrijft alleen het tweede deel van de passage een relatie van oorzaak en gevolg. Het gehele tekstfragment heeft echter een beschrijvende structuur. Aangezien de tekststructuur beschrijving geen onderdeel uitmaakte van onze analyse, is deze paragraaf gecodeerd als een oorzaak-gevolgstructuur. Voorbeeld (6) daarentegen bevat opeenvolgend relaties van probleem-oplossing, chronologie en oorzaak-gevolg en is daarom toegewezen aan drie structuren op paragraafniveau. De probleem-oplossingsstructuur is in deze paragraaf echter de belangrijkste ordenende structuur. (5) Tropisch hout Bankirai, teak, merbau, meranti, mahonie, wengé. Steeds vaker kun je deze namen tegenkomen in folders van bouwmarkten en meubelwinkels. Het zijn allemaal namen van tropisch hout: houtsoorten die uit tropische regenwouden komen. Dat zijn bossen die rond de evenaar liggen. Hout uit de tropische regenwouden is heel populair. Dat komt doordat dit hout minder last heeft van vocht en schimmels dan hout uit andere gebieden. (Naut, groep 7, p. 12) (6) Zien met je oren Dolfijnen kunnen onder water niet goed zien. Daarom gebruiken ze bij het jagen op een prooi hun gehoor. Een dolfijn maakt onder water hoge geluiden. Deze geluiden komen tegen zijn prooi aan. Het geluid draait om en komt weer terug bij de dolfijn. Het omdraaien van geluid noem je een echo. Door die echo ontdekt een dolfijn waar zijn prooi is. Een dolfijn 'ziet' zijn prooi dus met zijn oren. (Natuniek, groep 5, p. 46) De meer specifieke analysecriteria op paragraafniveau staan in Tabel 2. 56
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw