56 Voor de analyse van de tekststructuur op tekstniveau pasten we een vergelijkbare aanpak toe, waarbij we dezelfde criteria gebruikten als op paragraafniveau. Waar we in de analyse op paragraafniveau naar relaties tussen zinnen keken, keken we op tekstniveau uiteraard naar relaties tussen paragrafen. In onze eerste analyseronde op tekstniveau werd een coherentierelatie gecodeerd als deze ten minste twee aangrenzende paragrafen besloeg. Aangezien het aantal paragrafen in de teksten varieerde van één tot zestien paragrafen, werden per tekst soms twee of meer verschillende structuren toegewezen. Aangrenzende paragrafen konden bijvoorbeeld chronologisch verbonden zijn, terwijl twee andere paragrafen in dezelfde tekst een oorzaakgevolgstructuur konden hebben. Tenslotte bepaalden we ook de top-levelstructuur van de tekst als geheel. Daarbij hielden we als criterium aan dat deze macrostructuur ten minste 75% van alle paragrafen besloeg. Tabel 2. Criteria voor het coderen van tekststructuren Tekststructuur Criteria Chronologie • De tekst beschrijft acties of gebeurtenissen die in een opeenvolgende volgorde gebeuren of gebeurd zijn • Er kunnen ten minste drie stappen van een reeks worden onderscheiden • De volgorde hoeft niet in aangrenzende zinnen te staan, maar kan bijvoorbeeld worden afgewisseld met beschrijvende zinnen Oorzaak-gevolg • De tekst beschrijft een relatie van oorzaak en gevolg • De volgorde kan oorzaak-gevolg of gevolg-oorzaak zijn Probleemoplossing • De tekst beschrijft een probleem en een of meer oplossingen • De volgorde kan probleem-oplossing of oplossing-probleem zijn Vergelijking • In de tekst worden twee of meer onderwerpen vergeleken • De tekst beschrijft minstens één overeenkomst en één verschil tussen de vergeleken onderwerpen Lay-out, inleidingen en illustraties Lay-out en tekstsegmentatie kunnen de lezer helpen om de onderliggende structuur van een tekst te achterhalen. Daarom codeerden we voor elke tekst of de lay-out duidelijk vormgegeven was en de lezer inzicht gaf in de leesrichting en hiërarchie van de tekst (zie Figuur 1), of dat de lay-out versnipperd was, zoals in Figuur 2 in paragraaf 2.1. Inleidingen op een tekst kunnen de lezer helpen de inhoud van de tekst te voorspellen en inzicht te krijgen in de structuur van de tekst. Daarom analyseerden we of een tekst begon met een inleiding en, zo ja, of deze inleiding de lezer zicht gaf op de inhoud en opbouw van de tekst. Alinea’s aan het begin van een tekst die gemarkeerd waren in lay-out, lettertype of kleur werden gecodeerd als een inleiding op de tekst. Alinea’s die leerdoelen beschrijven aan het begin van de tekst werden alleen opgenomen als ze in een lopende tekst werden 3 57
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw