58 De structuur probleem-oplossing kwam nauwelijks voor in paragrafen. Hierdoor veroorzaakten verschillen in analyse bij deze structuur lage overeenstemming tussen codeurs. Na bespreking van de verschillen in codering werden slechts drie alinea's toegewezen aan de structuur probleem-oplossing. Bij de analyse van de opdrachten bleek het vrij ingewikkeld om te bepalen of de informatie die nodig was voor de opdracht wel of niet in de tekst te vinden was. In veel gevallen werd er wel informatie gegeven, maar stond het exacte antwoord niet in de tekst. Dit verklaart de matige kappa-score van .34. Alle verschillen in de codering werden besproken en opgelost en de definities in het codeboek werden aangescherpt. 3.4 Statistische analyse De dataset werd geanalyseerd met IBM SPSS Statistics versie 25. De analyses werden uitgevoerd met behulp van algemene lineaire univariate modellen. In de analyse van tekststructuren op tekst- en paragraafniveau voegden we het aantal paragrafen respectievelijk het aantal zinnen per paragraaf toe als covariaten. 4. Resultaten In dit hoofdstuk worden de belangrijkste resultaten van onze analyse gepresenteerd. Zie Bijlage C voor een gedetailleerder overzicht van alle resultaten. 4.1 Segmentatie en tekstlengte Het aantal teksten per hoofdstuk (zie Figuur 4) verschilde tussen lesmethodes (F(6, 70) = 19.28, p < .001). De verschillen waren relatief klein, aangezien de aantallen teksten varieerden van gemiddeld 1.00 tekst per hoofdstuk in Natuniek, Natuurzaken en Naut tot gemiddeld 2.08 teksten in Blink Wereld. Het gemiddeld aantal paragrafen per tekst (zie Figuur 5) verschilde ook tussen de methodes (F(6, 102) = 24.28, p < .001). Natuurzaken (11.25) en Natuniek (11.08) vertoonden het hoogste aantal paragrafen per tekst (alle p’s < .001), terwijl het aantal paragrafen in Blink Wereld (2.72) lager was dan dat van alle andere methodes (alle p’s < .003), behalve Wijzer (p = .88). In het hele corpus bestond 15,5% van de teksten uit één paragraaf. De lengte van paragrafen (zie Figuur 6) verschilde tussen de lesmethodes (F(6, 695) = 18.33, p < .001), waarbij het gemiddeld aantal zinnen per paragraaf varieerde van 5.07 in Natuurzaken tot 11.80 in Wijzer. Daarnaast werd er een interactie-effect gevonden tussen lesmethode en groep (F(6, 695) = 6.13, p < .001). Argus Clou (F(1, 93) = 18.35, p < .001) en Natuurzaken (F(1, 133) = 4.22, p = .04) laten een toename zien in het aantal zinnen per alinea tussen groep 5/6 en 7/8, terwijl Naut een afname laat zien tussen deze niveaus (F(1, 131) = 12.37, p = .001). Zoals Figuur 7 laat zien, verschilde de zinslengte zowel tussen de lesmethodes (F(6, 694) = 11.24, p < .001) als tussen de groepen (F(1, 694) = 39.08, p < ,001). Daarnaast werd een interactie-effect van lesprogramma en groep gevonden (F(6, 694) = 7.73, p < .001). Vier methodes lieten een significante toename zien in het aantal woorden per zin van groep 3 59
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw