Hilde Kooiker-den Boer

61 Figuur 9. Proporties paragrafen met een of meer soorten tekststructuren Vervolgens berekenden we het gemiddeld aantal verschillende tekststructuren per tekst (Figuur 10), dat varieerde van 0.08 (Wijzer) tot 0.83 (Natuurzaken) met een totaal gemiddelde van 0.39. Opnieuw werden er op tekstniveau geen verschillen gevonden tussen methodes (F(6, 82) = 1.31, p = .26) of groepen (F(1, 82) = 0.12, p = .73). Op paragraafniveau varieerde het gemiddeld aantal verschillende tekststructuren (Figuur 11) wel, met een hoofdeffect van lesmethode (F(6, 625) = 2.42, p = .03) en een interactie-effect voor methode en groep (F(6, 625) = 2.64, p = .02). Posthoc-vergelijkingen toonden aan dat Blink Wereld een afname liet zien in het gemiddeld aantal verschillende structuren per alinea tussen groep 5/6 en 7/8 van 0.83 naar 0.32 (F(1, 51) = 5.03, p = .03), terwijl Natuurzaken een toename liet zien van 0.39 naar 0.71 tussen groep 5/6 en 7/8 (F(1, 128) = 8.31, p = .005). Figuur 10. Aantal verschillende structuren per tekst 62

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw