72 Verder willen we, op basis van onze analyse en suggesties uit eerder onderzoek naar tekststructuurinstructie, de volgende aanbevelingen doen voor educatieve uitgevers: • Zorg voor een evenredige verdeling van alle tekststructuren. • Gebruik korte en duidelijke voorbeeldteksten (bijv. van slechts één alinea of paragraaf) om nieuwe tekststructuren te introduceren en te modelleren, vooral in de onderbouw. • Zorg voor een geleidelijke toename in tekstcomplexiteit door leerlingen vertrouwd te maken met tekststructuren die het alinea- en paragraafniveau overstijgen en/of door het aantal structuren per tekst te verhogen. • Bied teksten met een duidelijke lay-out. • Voeg inleidingen aan de tekst toe die de lezer een voorproefje geven van de inhoud en de structuur van de tekst, en overweeg de voordelen van het toevoegen van een conclusie aan de tekst. • Voeg afbeeldingen toe die het begrip van de retorische structuur van de tekst ondersteunen. • Voeg opdrachten toe die aansluiten bij de structuur van de tekst, zoals het invullen van graphic organizers. • Maak gebruik van schrijfopdrachten die leerlingen helpen de belangrijkste inhouden van de tekst te bepalen. Volgens het Component Model of Reading voorgesteld door Aaron et al. (2008), is de inhoud van leerboeken één van de ecologische componenten in de verwerving van leesvaardigheden. Andere belangrijke ecologische componenten in de klaspraktijk zijn de kennis van de leerkracht en de wijze waarop instructie wordt gegeven (Beerwinkle et al., 2018). In het streven naar een betere leesvaardigheid is dus lesmateriaal van hoge kwaliteit nodig, maar zijn ook de kennis en vaardigheden van leerkrachten van doorslaggevend belang. Er is enig onderzoek gedaan naar de kennis, vaardigheden en self efficacy van leerkrachten met betrekking tot tekststructuuronderwijs, waaruit blijkt dat er een gebrek is aan kennis over tekststructuur (Beerwinkle et al., 2018; Reutzel et al., 2016), en dat bovendien laat zien dat leerkrachten zich onzeker voelen over het onderwijzen van tekststructuur (BogaerdsHazenberg et al., 2022). Een analyse van het Nederlandse curriculum dat gebruikt wordt voor het opleiden van leraren voor het basisonderwijs laat ook zien dat deze kennisbasis onvoldoende theoretische inzichten biedt over tekststructuur (zie hoofdstuk 2; Kooiker-den Boer et al., 2019). Toekomstig onderzoek naar de implementatie van tekststructuurinstructie op basisscholen in Nederland zou daarom tevens gericht moeten zijn op de kennis en vaardigheden van leerkrachten. Terugblikkend moeten we enkele beperkingen van onze materiaalanalyse benoemen. Ten eerste veroorzaakten de significante verschillen tussen lesmethodes in tekstlengte en segmentatie in combinatie met onze beslissing om een gelijk aantal hoofdstukken per programma te analyseren onbedoeld verschillen in de hoeveelheden tekst en opdrachten die we per lesmethode analyseerden. We hebben hiervoor gecontroleerd door het aantal 3 73
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw