Hilde Kooiker-den Boer

78 relaties te leggen tussen de onderdelen van een tekst en tussen de tekst en iemands voorkennis (Van Dijk & Kintsch, 1983). Dit vereist dat leerlingen prototypische retorische structuren kunnen herkennen die bestaan uit specifieke coherentierelaties zoals oorzaakgevolg of chronologie op zins-, alinea- en tekstniveau (Graesser e.a., 2004; Ray & Meyer, 2011; Sanders et al., 1992; Sanders & Spooren, 2009). De vijf meest voorkomende tekststructuren in informerende teksten - beschrijving, chronologie, oorzaak-gevolg, vergelijking en probleem-oplossing (Meyer, 1975; zie Tabel 2, hoofdstuk 1) - lijken goed aan te sluiten bij de concepten die in natuur- en techniekonderwijs worden onderwezen, vooral bij het toepassen van denkwijzen zoals patronen of oorzaak-engevolg (Fick et al., 2022). In het leren door middel van hands-on onderzoeksactiviteiten kunnen leerlingen processen observeren, objecten of fenomenen vergelijken en daarbij de essentie van deze coherentierelaties aan den lijve ondervinden (Cervetti et al., 2006). Uitgaand van deze synergetische relatie tussen natuur & techniek en geletterdheid, lijkt het veelbelovend om de mogelijkheden tot het integreren van natuur & techniek met tekststructuuronderwijs verder te onderzoeken. Het integreren van natuur- en techniekonderwijs met lees- en schrijfactiviteiten wordt echter in het Nederlandse basisonderwijs nog weinig gedaan (Gresnigt, 2018), en ook tekststructuurinstructie krijgt momenteel weinig aandacht (Bogaerds-Hazenberg et al., 2017, 2022; Kooiker-den Boer et al., 2023). Daarbij ontbreekt het veel leerkrachten bovendien aan kennis over tekststructuur en tekststructuurinstructie (Beerwinkle et al., 2018; BogaerdsHazenberg et al. 2019; Reutzel et al., 2016), en sluit het curriculum van de lerarenopleiding op dit gebied onvoldoende aan bij de kennis die er is uit leesonderzoek (Kooiker-den Boer et al., 2019). Een onderzoeksmethode die goed aansluit bij een dergelijke kloof tussen wetenschap en praktijk is ontwerpgericht onderwijsonderzoek, waarin onderwijsinterventies op systematische wijze en vanuit wetenschappelijke inzichten worden ontworpen, getest en geëvalueerd. Het cyclische karakter van ontwerponderzoek, waarbij het ontwerp meerdere keren wordt getest en geëvalueerd, levert zowel praktische als theoretische kennis op over de werkzame principes in het ontwerp (Bakker, 2018; McKenney & Reeves, 2018; Plomp & Nieveen, 2013). Interdisciplinaire samenwerkingen tussen leerkrachten en onderzoekers, zoals in ontwerpgericht onderzoek, kunnen zeer effectief zijn (Ormel et al., 2012; Seidenberg, 2020; Vanderlinde & Van Braak, 2010), aangezien leerkrachten kennis van hun leerlingen en de mogelijkheden en beperkingen van hun specifieke onderwijscontext kunnen inbrengen (Fazio & Gallagher, 2018; McFadden & Roehrig, 2017). Bovendien kan ontwerpgericht onderzoek dienen als professionalisering van leerkrachten. Het gezamenlijk ontwikkelen van lesmateriaal biedt leerkrachten mogelijkheden om te focussen op wetenschappelijk onderbouwde kennis over vakdidactiek en om actief te reflecteren op hun praktijk (Binkhorst et al., 2015, Ingvarson et al., 2005). Om meer te weten te komen over de mogelijkheden om natuur- en techniekonderwijs en tekststructuuronderwijs met elkaar te verbinden, hebben we een ontwerpgerichte studie uitgevoerd gericht op het ontwikkelen en testen van lesmaterialen. Hoewel dit plaatsvond 4 79

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw