Dutch summary | Nederlandse samenvatting 185 AF-katheterablatie kan gepaard gaan met bloedingen en trombo-embolische events. In hoofdstuk 3 hebben we 637 opeenvolgende patiënten geëvalueerd die een AFablatie ondergingen (10). Deze patiënten hadden een AF-katheterablatie onder een VKA- of DOAC-antistollingsbehandeling tussen januari 2013 en april 2017. De primaire eindpunten waren klinisch relevante niet-majeure bloedingen, majeure bloedingen en systemische trombo-embolische events vanaf het moment van ablatie tot 30 dagen daarna. Bloedingen werden gedefinieerd volgens het Bleeding Academic Research Consortium (BARC) en de International Society on Thrombosis and Haemostasis (ISTH), aangezien beide bloedingsscores veel worden gebruikt. De incidentie van klinisch relevante niet-majeure bloedingen was lager in de DOACgroep in vergelijking met de VKA-groep. De incidentie van majeure bloedingen was vergelijkbaar tussen de groepen. De incidentie van systemische embolieën was niet significant verschillend, zonder events in de minimaal onderbroken DOAC-groep en enkele events met gecontinueerde VKA. We ontdekten dat bij patiënten die een AFkatheterablatie ondergaan, antistolling met minimaal onderbroken DOAC geassocieerd was met minder klinisch relevante niet-majeure bloedingen in vergelijking met ononderbroken VKA, zonder de trombo-embolische veiligheid in gevaar te brengen. Om de uitkomst van AF-ablatie te verbeteren, moet er niet alleen gefocust worden op technologie. Het aanpakken van beïnvloedbare risicofactoren is even belangrijk. Een potentieel beïnvloedbare risicofactor voor AF is slaapapneu, die dezelfde risicofactoren deelt als AF, zoals obesitas en hypertensie (1, 11, 12). Dit kan worden verminderd door lifestylemanagement zoals gewichtsverlies en lichamelijke oefening. Bij voorkeur moet lifestylemanagement en de behandeling van slaapapneu worden gestart vóór katheterablatie, omdat dit de uitkomst kan verbeteren (2). Slaapstoornissen zoals slaapapneu kunnen de uitkomst van katheterablatie van AF verminderen. Belangrijk is dat slaapstoornissen niet gemakkelijk worden herkend en dus mogelijk onvoldoende worden behandeld. In hoofdstuk 4 hebben we geëvalueerd of niet gediagnosticeerde slaapapneu invloed heeft op de recidief AF na katheterablatie in een single-center prospectieve cohortstudie (13). Patiënten werden 12 tot 18 maanden na AF-katheterablatie geïncludeerd. Honderd en vier geschikte patiënten ondergingen een screening op slaapapneu, met behulp van een WatchPAT (WP), een draagbaar thuisslaapapneu10
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw