Connie Rees

17 rapporteren dat adenomyose patiënten met de volgende kenmerken slechtere IVF/ICSI-uitkomsten hebben in vergelijking met mannelijke onvruchtbaarheidscontroles: gecombineerde endometriose, een (relatief) grotere junctionele zone, en de aanwezigheid van myometriale adenomyotische cysten. Tot slot onderzochten we of de aanwezigheid van adenomyose geassocieerd was met ongunstigere obstetrische uitkomsten. Het aanwezig zijn van afwijkend spierweefsel van de baarmoeder zou immers ook effect op de zwangerschap en de bevalling kunnen hebben. Hiertoe voerden we een retrospectieve analyse uit van gegevens op Nederlands populatieniveau waarbij we keken naar obstetrische uitkomsten bij vrouwen met histologisch gediagnosticeerde adenomyose over een periode van 23 jaar. Vrouwen met bewezen adenomyose vertoonden een hogere prevalentie van een breed scala aan ongunstige obstetrische uitkomsten, waaronder: hypertensieve aandoeningen, een hoger percentage keizersneden, meer kleine kinderen voor de zwangerschapsduur en een langere duur van de bevalling. Over het geheel genomen laten we zien dat adenomyose betrouwbaar op MRI beelden gediagnosticeerd kan worden aan de hand van verschillende parameters, en bevestigen we het negatieve effect van adenomyose op het hele spectrum van de baarmoeder(voortplantings)functie.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw