14800-DvRappard

174 Chapter 10 met de vroeg juveniele vorm, in het geval van adulte patiënten laat de langzame ziekteprogressie wellicht ruimte voor minder strikte criteria. Hersenafwijkingen op de MRI (gescoord met de MLD-Loes score) zijn voorspellend voor de klinische uitkomst; patiënten met een MRI score boven de 15 ten tijde van diagnose hebben een grote kans op een slechte uitkomst. Kwantitatieve MRS kan, in het geval van twijfel, verdere ondersteuning bieden bij het bepalen van wie er in aanmerking komt voor HCT; duidelijk verlaagde concentraties van N-acetylaspartaat (NAA) duiden op een lage kans op een succesvolle uitkomst. In hoofdstuk 6 hebben we hersenweefsel van getransplanteerde en niet getransplanteerde patiënten vergeleken om de inflammatoire response en het aantal oligodendrocyten tussen deze 2 groepen te kunnen vergelijken. Het doel hiervan was meer inzicht te krijgen in het exacte mechanisme waarmee HCT de demyelinisatie stopt of myelinisatie zelfs verbetert. We hebben ontdekt dat in getransplanteerde patiënten metabool competentemacrofagen voorkomen die in staat zijn omsulfatides te verteren. Deze macrofagen laten een polarisatie zien richting het M2 fenotype. Het aantal oligodendrocyt voorlopers en volgroeide myeline vormende oligodendrocyten was hoger in getransplanteerde dan in niet behandelde patiënten. Deze data suggereren dat HCT, naast cross correctie van de enzymdeficiëntie, positieve effecten heeft die verder onderzocht kunnen worden om de klinische uitkomst te verbeteren. Het feit dat deze veranderingen konden worden aangetoond ondanks dat de transplantatie niet succesvol was in deze patiënten, onderstreept de robuustheid van deze bevindingen. Kwantitatieve MRI Kwantitatieve MRI technieken zoals proton MRS en DTI verbreden onze kennis over de pathomechanismen die ten grondslag liggen aan de ziekte. In hoofdstuk 7 beschrijven we dat MRS ten tijde van diagnose voorspellend is voor de klinische uitkomst. Patiënten met afwijkende metaboliet concentraties (duidelijk verlaagd NAA, Glu en Glx en verhoogd Lac en Ins) hadden een slechte klinische uitkomst, terwijl patiënten met minder afwijkende concentraties een matige klinische uitkomst hadden. NAA was hierin de belangrijkste verklarende variabele. Metabolieten concentraties ten tijde van diagnose kunnen de beslissing voor al dan niet transplanteren ondersteunen, met name voor patiënten wiens neurologisch en cognitief functioneren zich op de grens bevindt . Als er duidelijk afwijkende metaboliet concentraties ten tijde van diagnose zijn, is de kans op een goede klinische uitkomst laag. In hoofdstuk 8 hebben we DTI parameters ten tijde van diagnose en follow up onderzocht in MLD patiënten. We vonden een verlaagde FA en verhoogde MD en RD in de normaal uitziende witte stof, het corpus callosum en de piramidebanen voor

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw