14800-DvRappard

179 Lieve schoonfamilie; Carine en Mat, Steven, Martijn en Larissa, Milou en Paul, Floriaan en Nina, Fleur en Steve, Anabel en Tom, Nanouk en Tessa. Wat heb ik het getroffen met jullie. In het bijzonder wil ik Carine en Mat bedanken voor hoe jullie altijd voor ons klaar staan, de onmetelijke energie, liefde en tijd die jullie hebben voor de jongens. Milou, dank voor de geweldige oppas die je welke week weer bent. Zonder jullie had ik nooit de vrijheid en zekerheid kunnen hebben die nodig is geweest om dit proefschrift tot stand te laten komen. Lieve papa en mama, alles wat ik ben, ben ik dankzij jullie. Jullie hebben me wortels en vleugels gegeven. Nog belangrijker dan dit devies volgens Goethe is dat jullie altijd in mij geloofd hebben en me het vertrouwen hebben gegeven mijn dromen na te jagen. Dit proefschrift is opgedragen aan jullie omdat het symbool staat voor wat jullie mij hebben gegeven; nieuwsgierigheid, een kritische blik, doorzettingsvermogen en de passie voor je werk en daarmee een verschil willen maken. Lieve Jasper, ik ben thuis bij jou. Onze liefde is onvoorwaardelijk, en dat besef maakt dat we samen veel aankunnen. Ik had hier nooit kunnen staan zonder jou, zonder jouw vertrouwen in mijn passie en mijn dromen, en de ruimte die je me daarvoor geeft. Ik kijk uit naar de rest van ons leven samen. IJHV. Lieve Zweder en Splinther, jullie zijn het allermooiste en het grootste geluk. Jullie zijn onderdeel van mij, en het feit dat ik jullie moeder ben vervult mij van trots. Dankwoord