Anne Fleur Kortekaas-Rijlaarsdam

151 NEDERLANDSE SAMENVATTING Daarnaast is er onvoldoende bekend over de interactie tussen de effecten van methylfenidaat en feedback (bijv. beloning) op presteren in de klas. Dit is wel relevant, omdat het aantal kinderen dat behandeld wordt methylfenidaat de afgelopen jaren is toegenomen (Dutch Health Council, 2014; The Lab Express Scripts, 2014). In hoofdstuk 6 beschreven we de interactie tussen de effecten van methylfenidaat en beloonde feedback op rekenprestaties. Tabel 7.1 geeft een overzicht van de doelen van dit proefschrift en de bijbehorende hoofdbevindingen. D E E L 1 De effecten van methylfenidaat op de productiviteit en accuratesse van rekenen, lezen en spellen In hoofdstuk 2 beschreven we de resultaten van onze meta-analyse waarin meer dan drie decennia aan onderzoek (34 studies, 1777 kinderen) naar de effecten van methylfenidaat op schoolprestaties gezamenlijk werd geanalyseerd. Hier werd een kwalitatieve synthese van nog eens 7 studies (425 kinderen) aan toegevoegd. De resultaten van de meta-analyse en kwalitatieve synthese sloten bij elkaar aan en hieruit bleek dat de effecten van methylfenidaat over het algemeen klein en zeer specifiek zijn: er waren kleine tot middelgrote effecten van methylfenidaat op accuratesse van rekenen (3,0% toename), productiviteit van rekenen (7,8% toename) en leessnelheid (SMD 0,47). Methylfenidaat had geen effect op accuresse van lezen. Het aantal studies naar de effecten van methylfenidaat op spelling was onvoldoende groot voor een meta- analyse en de kwalitatieve synthese van deze studies was niet eenduidig. De resultaten van ons eigen onderzoek, beschreven in hoofdstuk 3, sloten aan bij de resultaten van de meta-analyse. Middels een gerandomiseerde dubbel-blind placebo-gecontroleerde crossover studie vergeleken we de directe (7-dagen behandeling) effecten van langwerkend methylfenidaat en placebo op schoolprestaties en (feedback) leren. Kinderen met ADHD (N=63, leeftijd 8-13 jaar, IQ>70) werden vergeleken met een controlegroep van kinderen met een reguliere ontwikkeling (N=67, leeftijd 8-13 jaar, IQ>70). Uit het onderzoek kwam naar voren dat kinderen met ADHD minder accuraat en minder productief waren voor rekenen, in vergelijking met de controlegroep. De effecten van methylfenidaat waren klein tot middelgroot en beperkten zich tot rekenen: een schoolvak waarin kinderen met ADHD vaak onderpresteren ten opzichte van klasgenootjes zonder ADHD. De productiviteit van rekenen nam met 2% toe met methylfenidaat, maar prestaties van de kinderen met ADHD normaliseerden niet (m.a.w. de prestaties van deze kinderen bleven lager dan die van kinderen in de controlegroep). Met methylfenidaat nam de accuratesse van rekenen voor één van de twee rekentaken met 9% toe en daarmee presteerden de kinderen met ADHD op hetzelfde niveau als hun klasgenootjes.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw