Anne Fleur Kortekaas-Rijlaarsdam

APPENDIX 152 Tezamen tonen de resultaten van de meta-analyse, de kwalitatieve synthese en onze eigen studie aan dat de effecten van methylfenidaat op schoolprestaties van kinderen met ADHD klein zijn ten opzichte van de effecten van methylfenidaat op gedrag (m.a.w. ADHD-symptomen: de effecten hierop waren middelgroot tot groot in deze studie) en dat een (kleine) toename in kwaliteit van schoolwerk (accuratesse) alleen werd gezien bij rekenen. Het is daarom belangrijk om de, vaak hoge, verwachtingen die betrokken ouders en leerkrachten hebben van de effecten van dit veel voorgeschreven medicijn op schoolprestaties te relativeren. D E E L 2 Het werkingsmechanisme van de effecten van methylfenidaat op schoolprestaties Om een duidelijker beeld te krijgen hoe de effecten van methylfenidaat op schoolprestaties tot stand komen, onderzochten we de effecten van verschillende mediatoren. Op basis van de bestaande literatuur maakten we hierbij onderscheid tussen gedragsmediatoren (bijv. een toe- of afname in gedragssymptomen), cognitieve mediatoren en motivationele/bekwaamheids- mediatoren. De studies in onze meta- analyse rapporteerden zelden de resultaten van cognitieve en motivationele of bekwaamheidsmaten. Wel rapporteerde een aantal studies de afname in, door de leerkracht gerapporteerde, ADHD symptomen in combinatie met de effecten van methylfenidaat op accuratesse van rekenen. Ook in onze eigen studie keken we naar de mediërende invloed van een afname in gedragssymptomen op de effecten van methylfenidaat op rekenenen (accuratesse en productiviteit). We spitsen ons hierbij toe op rekenen, omdat de effecten van methylfenidaat beperkt waren tot rekenen. Uit zowel de meta-analyse (hoofdstuk 2) als onze eigen studie (hoofdstuk 3) kwam naar voren dat de kleine effecten van methylfenidaat op accuratesse van rekenen niet konden worden verklaard door een afname in ADHD symptomen (gerapporteerd door leerkrachten en ouders). Wel bleek uit onze eigen studie dat een afname in ADHD symptomen (gerapporteerd door ouders) de effecten van methylfenidaat op rekenproductiviteit gedeeltelijk medieerde. In hoofdstuk 4 breidden we deze bevindingen verder uit door de mediërende invloed van cognitie, motivatie en het beeld van de eigen bekwaamheid op de effecten van methylfenidaat op rekenen te onderzoeken. De resultaten van deze studie lieten zien dat kinderen met ADHD minder goed presteerden dan leeftijdsgenoten zonder ADHD op cognitieve maten waarvan we, op basis van de bestaande literatuur, denken dat deze belangrijk zijn voor presteren op school (o.a. werkgeheugen, interferentiegevoeligheid en variabiliteit in aandacht, zie bijv. Faraone et al., 2015;

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw