Anne Fleur Kortekaas-Rijlaarsdam

APPENDIX 156 Tabel 7.1 Overzicht van de doelen van dit proefschrift en de bijbehorende hoofdbevindingen Doel Hoofdbevindingen Doel 1 Het kwantificeren van de effecten van methylfenidaat op schoolprestaties in termen van productiviteit (de proportie gemaakte opgaven) en accuratesse (de proportie correct gemaakte opgaven), waarbij onderscheid werd gemaakt tussen de verschillende basisschoolvakken (rekenen, lezen en spellen) • Methylfenidaat heeft kleine tot middelgrote positieve effecten op de accuratesse en productiviteit van rekenen (hoofdstuk 2, 3 en 6) en op leessnelheid (hoofdstuk 2) • Methylfenidaat heeft geen effect op de accuratesse van lezen en spelling (hoofdstuk 2 en 3) • Over het algemeen zijn de effecten van methylfenidaat op schoolprestaties klein ten opzichte van effecten op gedrag en zijn de effecten beperkt tot rekenen (hoofdstuk 2 en 3) Doel 2 Het blootleggen van het werkingsmechanisme van methylfenidaat op schoolprestaties, daarbij onderscheid makend tussen effecten van methylfenidaat op de productiviteit en accuratesse van rekenen, lezen en spellen • Kinderen met ADHD hebben cognitieve problemen (visuospatieel werkgeheugen en variabiliteit in aandacht) en zijn intrinsiek minder gemotiveerd voor rekenen (hoofdstuk 4) • Methylfenidaat heeft grote effecten op ADHD symptomen (hoofdstuk 3) • Methylfenidaat heeft geen effecten op cognitie en motivatie (hoofdstuk 4) • Het enige bewijs voor mediërende variabelen die het effect van methylfenidaat op schooprestaties beïnvloeden, komt van verbeteringen in ADHD symptomen (volgens de ouders) en toenames in het beeld dat kinderen volgens hun ouders van hun eigen bekwaamheid hebben. Deze effecten zijn specifiek voor de effecten van methylfenidaat op rekenen (hoofdstukken 3 en 4) • Bewijs voor modererende variabelen die de effecten van methylfenidaat op schoolprestaties beïnvloeden is beperkt tot rekenen: Kinderen met benedengemiddelde rekenprestaties hebben meer profijt van behandeling met methylfenidaat dan kinderen met bovengemiddelde rekenprestaties (hoofdstuk 3) Doel 3 Het kwantificeren van de effecten van methylfenidaat op feedback leren van kinderen met ADHD en de interactie tussen de effecten van methylfenidaat en beloning op rekenen • Kinderen met ADHD zijn even goed in staat om nieuwe stimulus-respons associaties aan te leren als controlekinderen (hoofdstuk 5) • Kinderen met ADHD hebben moeite om eerder aangeleerde kennis toe te passen op nieuwe stimulusparen (hoofdstuk 5) • Behandeling met methylfenidaat verbetert het aanleren van nieuwe stimulus-respons associaties en toont potentie om het generaliseren van kennis te verbeteren (hoofdstuk 5) • De ouders van kinderen met ADHD rapporteren andere reacties van hun kinderen op beloning en straf dan ouders van kinderen zonder ADHD (hoofdstuk 4) • Kinderen met ADHD en controlekinderen profiteren even veel van beloning en positieve feedback en dit resulteert in betere rekenprestaties (hoofdstuk 6) • Methylfenidaat heeft geen invloed op de mate waarin kinderen met ADHD profiteren van beloning en positieve feedback bij een rekentaak (hoofdstuk 6)

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw