15502-m-pleumeekers

deze oorspronkelijke matrix te vergaren. In hoofdstuk zeven wordt het decellularisateprotocol van bovien en humaan oorkraakbeen beschreven. Na decellularisatie, werd een matrix gerealiseerd waarin geen cellen of celresten meer konden worden aangetoond. Daarnaast, kon de hoeveelheid collageen en elastine tijdens het decellulalarisatieproces behouden blijven, evenals de vorm en architectuur van het kraakbeen. Gedecellulariseerd kraakbeen bleek niet cytotoxisch waardoor mesenchymale stamcellen in staat waren chondrogeen te differentiëren na contact met deze scaffolds. Gedecellulariseerde kraakbeenscaffolds bieden daardoor mogelijk een veelbelovende therapie voor de behandeling van kraakbeendefecten in de toekomst. Echter, de translatie van deze potentiele therapie naar een definitieve behandeling van kraakbeendefecten in het hoofd-/halsgebied, lijkt heden belemmerd door een tekort aan donoren en het onvermogen om de kraakbeenvorm van de donor nauwkeurig te laten overeenkomen met de specifieke eisen van het te regenereren kraakbeen in het aangezicht. Naast gedecellulariseerde scaffolds - scaffolds die zijn geëxtraheerd vanuit de oorspronkelijk extracellulaire matrix - zijn er ook scaffolds in ontwikkeling die de driedimensionale architectuur van oorspronkelijke matrix zoveel mogelijk proberen na te bootsen. Deze scaffolds kunnen grofweg onderverdeeld worden in natuurlijke en synthetische scaffolds. In dit proefschrift wordt specifiek gebruik gemaakt van twee natuurlijk scaffolds, te weten alginaat en bacterieel nanocellulose. Beide scaffolds ondersteunen kraakbeenregeneratie en –hemostase. Daarnaast zijn de biomechanische eigenschappen van bacterieel nanocellulose scaffold vergelijkbaar met de eigenschappen van aangezichtskraakbeen, zoals oor- en neuskraakbeen. Deze biomechanische eigenschappen heeft alginaat niet. Alginaat gel wordt voornamelijk gebruikt voor het inkapselen van levende cellen, waarbij het alginaat voor een homogene distributie van cellen zorgt en tevens voorkomt dat cellen uit de gel kunnen vallen. In hoofdstuk acht worden scaffolds van bacterieel nanocellulose geïnfundeerd met een cel- alginaat gel. Deze hybride scaffold bleek biocompatibel en was in staat kraakbeen regeneratie te ondersteunen in vitro en in vivo . De combinatie van beide materialen lijkt dan ook een potentiële therapie voor de reconstructie van kraakbeendefecten in het hoofd-/halsgebied. De resultaten van dit proefschrift zijn een belangrijke stap voor de toekomstige behandeling van kraakbeendefecten in het hoofd-/halsgebied. Door gebruik te maken van tissue-engineering technieken kunnen huidige chirurgisch technieken worden vereenvoudigd wat naar verwachting een positieve invloed zal hebben op de behandeling van kraakbeendefecten van heet aangezicht. 201 SAMENVATTING 11

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw